Nederlandse overlevende atoombom krijgt Japanse schadevergoeding

Japan betaalt een schadevergoeding aan de 95-jarige Nederlander Dick Büchel van Steenbergen omdat hij in Nagasaki was toen daar in 1945 de atoombom ontplofte. Hij krijgt een bedrag van omgerekend 8800 euro, ter compensatie van geleden lichamelijke en geestelijke schade.

Büchel van Steenbergen zat op 9 augustus 1945 als krijgsgevangen KNIL-militair vast in de stad, op minder dan 2 kilometer van waar de atoombom Fat Man ontplofte. Hij zag het vliegtuig aankomen en zocht beschutting in de fabriekshal waarin hij te werk was gesteld. Daardoor wist hij de ontploffing te overleven.

In 2014 werd hij al door de stad Nagasaki officieel erkend als slachtoffer van de atoombom, hibakusha in het Japans. Om een schadevergoeding van de staat te krijgen moest hij eerst nog een rechtszaak in Japan voeren.

Principekwestie

Yoko Huijs-Watanaki van de Foundation for the People Affected by the War in the Pacific stond hem daarin bij. "In Japan is veel erkenning voor het leed van mensen die de atoombom hebben overleefd. Japan heeft ook alle aansprakelijkheid voor de atoombom op zich genomen. Maar als buitenlandse slachtoffers een schadevergoeding willen, moet dat via de rechter. Dat is nu eenmaal zo geregeld. Op deze manier hebben al veel Koreanen een uitbetaling gekregen. En nu dus ook een Nederlander."

Volgens Yoko Huijs waren er in 1945 ongeveer 150 Nederlanders krijgsgevangen in Nagasaki. Ruim 140 van hen overleefden de atoombom. "Inmiddels zijn ze bijna allemaal overleden. Veel van hen aan de gevolgen van de straling."

"Voor zover ik weet is er naast Büchel van Steenbergen nog een overlevende. Die wil uit principe geen rechtszaak voeren voor een schadevergoeding. Hij vindt dat Japan uit eigen beweging moet betalen."