Deskundigen: Dafne Schippers kan een wereldrecord lopen
Een kleine maand voor de wereldkampioenschappen indoor domineert Dafne Schippers opnieuw de sprintafstand. De twee snelste tijden op de 60 meter staan op haar naam, inclusief de zeven seconden rond die ze in Berlijn liep. Daarmee evenaarde de wereldkampioene op de 200 meter het dertig jaar oude Nederlandse record van Nelli Cooman. Maar kan Schippers het record ook verbreken?
Deskundigen denken van wel. Voormalig atletiektrainer Henk Kraaijenhof sluit zelfs niet uit dat ze in de buurt komt van het wereldrecord van Irina Privalova, dat op 6,92 staat.
Schippers bewees met het evenaren van het Nederlands record van Cooman dat ze zich sterk heeft verbeterd op de korte afstanden. Volgens Jo de Ruiter, bewegingswetenschapper bij de Vrije Universiteit in Amsterdam, komt dat vooral door haar keuze om zich volledig op de sprint te richten. De Utrechtse atlete trainde voorheen als meerkampster en had daarbij onder meer te maken met de horden.
Volgens De Ruiter is dat een hele andere manier van starten. "Je kunt bij horden niet de eerste passen naar de grond blijven kijken, wat je bij de sprint wel moet doen. Niet je hoofd in je nek gooien maar naar de grond blijven kijken. Dat gaat met horden niet lukken want na zeven, acht passen moet je wel je blik naar voren hebben. Want dan moet je over die horden heen."
Ook Henk Kraaijenhof is niet verrast door de ontwikkeling van de Nederlandse wereldtopper. De voormalig atletiektrainer van onder meer Nelli Cooman en Merlene Ottey is ervan overtuigd dat het nog sneller kan. "In de tijd dat Nelli Cooman dat wereldrecord indoor liep, kon ze van alle dagen voorbereiding maar een paar dagen indoor trainen. Domweg omdat we geen indoorlocatie hadden. Dafne kan op Papendal gelukkig elke dag trainen. Ook als er een meter sneeuw ligt."
Souplesse
De ontwikkeling die Schippers doormaakt op de korte afstand heeft volgens de deskundigen geen nadelige gevolgen voor de suprematie die ze vorig jaar op de 200 meter liet zien. Bewegingswetenschapper De Ruiter bekijkt de verrichtingen van Schippers op afstand, maar signaleert wel dat de sprintster en haar trainer, Bart Bennema, niet zijn gaan 'halteren': alles op kracht gericht doen waardoor je op het eerste stuk nog meer winst kan boeken.
"Dat zou ten koste gaan van haar souplesse, die je nodig hebt in het tweede deel van de race", aldus De Ruiter. "Het lijkt erop dat ze vooral bezig zijn geweest met het technische deel. Dus goed naar voren richten, hoge frequentie en snel grondcontact in de eerste passen."
Best of both worlds
Volgens Kraaijenhof heeft Schippers ook veel te danken aan haar bouw. "Ze heeft de 'best of both worlds'. Aan de ene kant zie je Shelly-Ann Fraser en Nelli Cooman die heel goed waren in start en acceleratie. Aan de andere kant zie je de wat langere loopsters als Florence Griffith en Merlene Ottey, die eigenlijk beter waren in het laatste stuk."
"Dafne heeft het allebei. Ze is explosief genoeg om weg te lopen uit de startblokken en ze is lang en ontspannen genoeg om een heel goede topsnelheid te hebben en die lang te kunnen doortrekken."
Wachten op ideale omstandigheden
De progressie op de 60 meter schept ook verwachtingen voor het buitenseizoen op de 100 meter. Ook daar zal Schippers volgens Kraaijenhof weer grote stappen gaan maken. Een vooruitgang van 0,1 seconde op de 60 meter ziet hij als 0,2 seconde winst op de 100 meter. Volgens hem komt een nieuwe toptijd dan heel dichtbij.
Of het fameuze wereldrecord van Florence Griffith-Joyner binnen bereik is, durft Kraaijenhof niet te zeggen. "Als we dit jaar eens beginnen met een tijd onder de 10,70. Dat is niet ondenkbaar en dan is het eigenlijk kijken voor de volgende jaren of ze een 10,50 kan lopen. Dan is het gewoon wachten op de goede omstandigheden."
Volgens Kraaijenhof bestaan die omstandigheden uit een wind en een temperatuur die meezitten en genoeg tegenstand om tegen te lopen. Griffith-Joyner had in 1988 in Indianapolis al die omstandigheden mee en liep het koningsnummer in 10,49 seconden.