Benzineprijs Venezuela wordt verhoogd

Venezolanen gaan met ingang van morgen meer betalen voor een volle tank benzine. Omdat het land door de lage olieprijs kampt met oplopende tekorten gaat president Maduro de prijs aan de pomp opvoeren.

Door flinke subsidies betaalden Venezolanen slechts 1 bolivar per liter. Die prijs is in een klap verhoogd naar 6 bolivar. Volgens officiële wisselkoersen is een bolivar 0,14 eurocent waard.

In de praktijk is de Venezolaanse munt veel minder waard. "Venezuela heeft de grootste inflatie van de wereld", zegt NOS-correspondent Marc Bessems. "Elke officiële koers is onzin, het gaat om de marktwaarde in de praktijk."

In de praktijk betaalt de Venezolaan nu zo'n 1100 bolivar voor een euro terwijl officiële wisselkoersen aangeven dat een euro slechts 7 bolivar waard is.

De concrete gevolgen voor de Venezolaan zijn minder groot dan de prijsverhoging doet lijken. "De benzineprijs wordt nu vastgezet op 6 bolivar per liter, met de Venezolaanse inflatie is die prijs binnenkort niks meer waard", zegt Bessems.

Omdat olie goed is voor 95 procent van de export van het land, lijdt Venezuela zwaar onder de wereldwijd lage olieprijs. Het is daarom voor het eerst in twintig jaar dat Venezuela zo'n maatregel moet doorvoeren.

Problemen

President Maduro heeft het volk opgeroepen in te stemmen met de maatregelen. In 1989 leidde een prijsverhoging op olie en andere bezuinigingen tot rellen in de hoofdstad Caracas.

In januari raakte de partij van Maduro de macht kwijt in het Congres. De oppositie gebruikt de slechte economische omstandigheden om hem verder onder druk te zetten.