Ter Mors wil graag nog een keer de beste shorttrackster zijn

Het hoofdstuk shorttrack is voor Jorien ter Mors nog lang niet afgerond. De Twentse bereidt zich momenteel voor op de WK afstanden in Kolomna. Daar komt ze uit op de 500, 1.000 en 1.500 meter, maar tot en met de Olympische Spelen in 2018 is ze niet van plan definitief een streep door het shorttracken te zetten.

"Ik wil nog een keer de beste zijn in shorttrack, bewijzen dat het kan. Na de Olympische Spelen ga ik me waarschijnlijk wel focussen op de langebaan", zegt ze in een gesprek met de NOS.

Beste van de wereld zijn

Ter Mors is de olympisch kampioene op de 1.500 meter langebaan. Een olympische medaille bij het shorttrack ontbreekt nog op haar palmares. Het is de Twentse veel waard die ontbrekende plak aan haar prijzenkast toe te voegen.

"Ik ben Europees kampioene geworden, maar ik zou graag nog een keer de beste van de wereld willen zijn. Dat mag een wereldtitel, maar ook een olympische titel zijn."

Combinatie op de Spelen

Ter Mors weet dat ze met haar dubbelprogramma niet voor de makkelijkste weg kiest. Nu al alles op het langebaanschaatsen gooien, is voor haar geen optie. "Waarom kiezen voor de makkelijkste weg? Shorttrack is wat minder voorspelbaar. Daar hoeft niet altijd de sterkste te winnen. Daar kun je een medaille winnen als je het spelletje beheerst."

De alleskunner wijst naar het laatste EK shorttrack. "Ik was daar goed genoeg, maar eindig als zevende. Als het niet lukt, is dat ook heel frustrerend. Dan roep ik dat ik voortaan ga langebaanschaatsen, maar twee weken later ben ik dan weer blij dat ik weer een shorttrackwedstrijd rijd."