Bobsleeër De Bruin beklaagt zich: er is geen geld

"Er is niets meer over van wat er ooit was." Die deprimerende zin komt uit de mond van bobsleeër Ivo de Bruin. Hij kan niet geloven dat zijn sport zo afgegleden is. "Het is dramatisch."

Hij heeft zijn eigen bobsleeteam. Meedoen aan wereldbekerwedstrijden lukt hem nog maar net. Maar vraag hem niet hoe. "We zitten alleen maar in huisjes in plaats van hotels. Er wordt zelf gekookt. Er gaan geen fysiotherapeuten mee. En we rijden alles zelf."

Zo legde het team van De Bruin in twee weken tijd bijna vijfduizend kilometer af. "En dat is niet ideaal voor de prestaties."

Meedoen aan de twee wereldbekerwedstrijden in Noord-Amerika werd, eenmaal aangekomen op het overzeese continent, een groot avontuur.

"Park City en Whistler? Daar zijn we zelf heengereden. Ik heb een truck van mijn schoonvader geleend. In twee weken tijd hebben we daarmee 4.500 kilometer gereden. Normaal gesproken vlieg je. Elk ander team vliegt. Omdat het een te grote aanslag is op je lichaam om te rijden."

En dan zat het weer ook nog niet mee tijdens de trip van zo'n 1.800 kilometer tussen het Amerikaanse Park City en het Canadese Whistler. "Het duurde door de weersomstandigheden 29 uur."

Geen geld

De Bruin deed ook mee aan de Spelen in Sotsji. Hij weet dus hoe het is als er wél geld beschikbaar kan worden gesteld. "In het laatste olympische jaar was er veel geld, waren er veel coaches en was er veel ruimte om wat te doen. Edwin van Calker had een budget van 150.000 euro, Esmé Kamphuis had vanuit NOC*NSF een budget van meer dan 200.000 euro. En zelf had ik ook nog een beetje geld."

En nu? "Dit jaar moeten we het doen met 13.000 euro vanuit de bond." Zo af en toe zit het op het financiële vlak een keertje mee. Een liefhebber uit Venlo stelt een fonkelnieuwe tweemansbob beschikbaar.

Geld of niet, De Bruin stelt dat er wel degelijk animo is. "We hebben nu een groepje van zeven jongens die enthousiast en getalenteerd zijn. Jongens die graag aan bobsleeën willen doen."

Sankt Moritz

Komend weekend kunnen de jongens hun talenten weer tonen. Dan staat immers de EK in Sankt Moritz op het programma. Het Zwitserse wintersportoord ligt op zo'n 1.000 kilometer van Nederland, maar daar draaien zij hun handen niet voor om.