De 12-jarige Abdallah en de 10-jarige Dania zitten in een 'vernietigd' klaslokaal voor het Houses of Parliament in Londen
NOS Nieuws

VN rekent op meer hulpgeld Syrië vanwege eigenbelang Westen

Hulporganisaties en de VN vragen dit jaar een recordbedrag voor hulp aan slachtoffers van de oorlog in Syrië: bijna 9 miljard dollar. Regeringsleiders zullen vandaag op een donorconferentie in Londen hiervoor fraaie toezeggingen doen. Toch is het maar de vraag of dat geld er daadwerkelijk komt. Vorig jaar betaalden donorlanden slechts de helft van de ruim 7 miljard die toen werd gevraagd.

Door de vluchtelingencrisis in Europa is er nu wel wat veranderd, denken hulporganisaties. Ze hopen dat donorlanden sneller de portemonnee trekken. En als het niet uit naastenliefde of solidariteit is, dan puur in eigen belang. Als Syriërs in de eigen regio beter worden geholpen, zullen misschien minder mensen de overtocht naar Europa maken. "We hopen en verwachten dat we aanzienlijk meer geld zullen ophalen", zegt de woordvoerder van Ocha, de VN-organisatie die de hulpvraag coördineert.

Syrische kindvluchtelingen

Het bedrag dat op de donorconferentie wordt gevraagd bestaat uit twee delen. De tientallen hulporganisaties vragen samen 7,73 miljard dollar. Daarnaast vragen de buurlanden van Syrië 1,23 miljard dollar. Deze landen, zoals Turkije, Jordanië en Libanon, vangen samen 4,6 miljoen Syriërs op.

In de steek gelaten

De Amerikaanse minister Kerry heeft aangekondigd dat de VS zijn hulpbudget voor Syrië dit jaar flink zal vergroten. Dat mag ook wel, zegt hulporganisatie Oxfam, want de VS geeft verhoudingsgewijs tot nu toe weinig uit.

Oxfam analyseert elk jaar hoeveel de landen uitgeven aan hulp voor Syriërs, in verhouding tot hun eigen economie. Nederland doet het samen met Groot-Brittannië en Duitsland goed. Maar veel andere rijke landen niet. "De wereld laat de bevolking van Syrië in de steek", stelt Mark Goldring, de directeur van Oxfam.

Doordat donorlanden vorig jaar in gebreke bleven, werden hulporganisaties gedwongen tot pijnlijke maatregelen. Zo kregen de vluchtelingen vaak minder voedsel dan ze nodig hadden. Maar nu het besef doordringt dat de oorlog niet snel voorbij zal zijn, wordt duidelijk dat er naast de basishulp ook meer hulp nodig is voor de lange termijn, zoals op het gebied van onderwijs en werkgelegenheid.

Kookpunt

"We moeten nu verder gaan dan simpelweg rondgaan met de pet langs de internationale donorgemeenschap", zei de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Philip Hammond, deze week in Jordanië. Daar had koning Abdullah gezegd dat zijn land de last van de vluchtelingenstroom nauwelijks meer aankan. "De geestesgesteldheid van de Jordaniërs bereikt het kookpunt", zei de koning.

Koning Abdullah met de Britse minister van Buitenlandse Zaken Philip Hammond

De gewone bevolking ondervindt volgens hem veel nadelen van de opvang van de miljoenen vluchtelingen. Lonen gaan omlaag, doordat vluchtelingen goedkoop zwart werk doen. Aan de andere kant gaan de huren juist omhoog, doordat vluchtelingen gezamenlijk huizen huren. Ook de prijzen van levensmiddelen stijgen.

Minister Ploumen

Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking liet daarom dinsdag weten dat de EU in Londen een plan voorstelt voor betere economische betrekkingen met Jordanië en Libanon, zodat de EU kan helpen om banen te creëren voor zowel vluchtelingen als de eigen bevolking van die gastlanden. Ook wil de EU meer investeren in onderwijs. Meer dan 700.000 Syrische vluchtelingenkinderen gaan niet naar school, meer dan de helft van het totaal. Ze dreigen daardoor een verloren generatie te worden.

Ploumen dinsdag tijdens een persconferentie in het Europagebouw in Amsterdam

"De mensen die worden opgevangen, hebben niet alleen behoefte aan veiligheid, eten en een dak boven hun hoofd. Ze moeten kunnen werken, hun kinderen moeten naar school kunnen, ze moeten kunnen meedoen in de maatschappij. Dat stelt landen als Libanon en Jordanië voor een enorme uitdaging, die ze niet alleen aankunnen", zei Ploumen.

Al met al zijn de Syriërs in binnen- en buitenland nog slechter af dan vorig jaar. Volgens hulporganisaties hebben 13,5 miljoen Syriërs hulp nodig. Oud-diplomaat Jan Egeland van de Noorse Vluchtelingenraad roept daarom op tot een soort Marshall-plan voor Syrië. "We zijn getuige van de totale ineenstorting van de internationale solidariteit met miljoenen oorlogsslachtoffers."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl