Ontmanteling vliegtuigbom ontregelt het leven in Breskens

In het Zeeuws-Vlaamse Breskens verloopt deze dag voor veel bewoners anders dan normaal. Buiten het dorp wordt vandaag een Amerikaanse duizendponder onschadelijk gemaakt. Uit zo'n 1600 huizen en andere gebouwen moest iedereen vanochtend vertrekken.

De vondst half december van een onontplofte vliegtuigbom bij Breskens wekte nauwelijks verbazing bij de bewoners. Het Zeeuwse plaatsje heeft er in de Tweede Wereldoorlog flink van langs gekregen met luchtaanvallen.

"Er liggen nog meer bommen", ze vinden elke keer weer een nieuwe", zegt mevrouw Van Oostenbruggen die net haar spullen heeft gepakt. Haar man heeft de sleutels van het huis aan de politie gegeven. "Die gaat controleren of iedereen weg is."

Het stel is inmiddels in een partycentrum in IJzendijke waar de gemeente enkele honderden mensen opvangt. Daar zijn niet alleen bewoners, maar ook veel vakantiegangers die in recreatieparken verblijven. De evacués kregen een ontbijt en straks ook een lunch, want het zal tot zeker in de middag duren voordat iedereen weer naar huis kan.

"We vinden dat we iedereen goed moeten opvangen", zegt burgemeester Annemiek Jetten van Sluis, waar Breskens onder valt. "Ook de toeristen, want het kost hun een vakantiedag."

Het projectiel werd slechts 50 centimeter diep gevonden bij de uitbreiding van een vakantiepark vlak bij de kust met de Westerschelde. "Hij ligt er gunstig bij", zegt Jette, "het ontstekingsmechanisme is goed zichtbaar."

De bom is waarschijnlijk in 1944 gevallen bij de Slag om de Schelde. Met deze operatie wilden de geallieerden de bezetters verdrijven rond de Westerschelde, zodat de haven van Antwerpen kon worden gebruikt voor de aanvoer van geallieerde wapens. Jetten: "Daarbij zijn net zo veel slachtoffers gevallen als bij het bombardement op Rotterdam.

In het voorjaar van 2014 werd bij Breskens in de Westerschelde een zeemijn gevonden en onschadelijk gemaakt.