Hoe Dick Beukhof slachtoffer werd van eerzucht Ajax: 12-1

Arme Dick Beukhof. Vier jaar lang verdedigt de ranke Arnhemmer het doel van Vitesse. Het tweede elftal, welteverstaan. En juist op het moment dat zijn moment gekomen is, trekt de club Gert Bals aan.

Drie jaar eerder stond diezelfde Bals nog met Ajax in de finale van de Europa Cup I. Een ongelijke strijd. Het voelt als onrecht. Zijn hele leven speelt Beukhof bij Vitesse en nu de club voor het eerst in de geschiedenis in de eredivisie actief is, moet hij het doen met de kruimels van Bals.

Vlinders

Op 19 mei 1971 voelt Beukhof 's ochtends toch vlinders in zijn buik. In de voorgaande 33 wedstrijden heeft hij vanaf de bank gezien hoe zijn ploeg worstelt op het hoogste niveau, maar in wedstrijd nummer 34 mag hij eindelijk een keertje opdraven.

Vitesse is al gedegradeerd en Ajax al kampioen als beide ploegen elkaar treffen in de laatste speelronde van het seizoen. Het grote Ajax van Cruijff en Neeskens, Hulshoff en Suurbier, Keizer, Swart en al die anderen.

Ajax bereidt zich voor op de finale van de Europa Cup I, twee weken later in De Kuip. Die zullen het wel rustig aan doen, denkt Beukhof. Vitesse-trainer Cor Brom instrueert zijn spelers om de Ajacieden vooral niet te blesseren.

Om de kampioen mild te stemmen delen de spelers van Vitesse voor de aftrap nog een bloemetje uit aan de tegenstanders. Een aardigheidje.

Eerzucht

Het Amsterdamse publiek is voorbereid op een gezapig potje. Slechts 6.000 toeschouwers nemen de moeite om de wandeling naar De Meer te maken. Zij zijn getuige van een historische wedstrijd.

De sceptici onderschatten de eerzucht van het grote Ajax. De vedetten kunnen op de laatste speeldag de magische grens van 100 doelpunten slechten.

Dick van Dijk, die een jaar eerder nog scoorde op Wembley en Ajax aan de eerste Europa Cup I hielp, is extra geprikkeld om de Franse scouts van Nice te imponeren. En Johan Cruijff? Cruijff wil topscorer worden.

Had iemand Dick Beukhof vooraf maar gewaarschuwd.

Amsterdamse dadendrang

De magere doelman uit Arnhem speelt een prima wedstrijd. Hij kan niets doen aan de 1-0 van Johan Neeskens. Dat Cruijff voor rust al twee keer heeft mogen juichen is niet zijn schuld. Ook de 8-0 van Gerrie Mühren - het honderdste Ajax-doelpunt dat seizoen - valt hem niet aan te rekenen. De negende, de tiende, de elfde en de twaalfde treffer evenmin.

Pas bij 12-1 is de Amsterdamse honger gestild. De topscorerstitel kan Cruijff, die vier keer scoort, niet meer ontgaan. Dick van Dijk maakt er drie, net als Johan Neeskens. Het is nog altijd de grootste zege/nederlaag in de eredivisie.

Twee weken later wint Ajax opnieuw de Europa Cup I. Internazionale is niet opgewassen tegen de excellerende Johan Cruijff, die twee keer scoort.

En Beukhof? Dick Beukhof staat nog jaren onder de lat in Arnhem, waarvan drie in de eredivisie. In 1977 wordt hij gelauwerd als minst gepasseerde doelman in het betaalde voetbal van dat seizoen. Was daarmee de schande van de 12-1 weggepoetst?

"Het bestuur van Ajax vroeg me nog in de bestuurskamer, omdat ik zo goed gespeeld had", vertelt hij in 2012 aan journalist Hans Janssen van De Ajacied. "Toen ben ik er snel vandoor gegaan, daar had ik helemaal geen zin in. Leuk was anders, maar ik heb me er nooit voor geschaamd".