Potvissen op Texel worden in stukken gesneden en in Brabant vernietigd

De vijf dode potvissen die sinds dinsdag op het strand op Texel liggen, worden in stukken gesneden en naar een destructiebedrijf in Noord-Brabant gebracht. Snijploegen beginnen daar vanmiddag mee.

De potvissen wegen zo'n 10.000 kilo per stuk. Ze zijn hard en taai geworden. "Gelukkig is het een ervaren snijploeg", zegt Edwin de Feijter van Rijkswaterstaat. De ploeg bestaat minimaal uit vijf man met messen en machines. Die snijden de dieren in stukken zodat ze met kiepwagens naar de haven van Texel kunnen worden gebracht. Van daaruit gaan ze via Harlingen naar het destructiebedrijf. Daar worden ze verbrand.

Het is de bedoeling dat de dieren uiterlijk morgen weg zijn. "Het stinkt behoorlijk en het is geen pretje om de dieren te zien. Dus we willen ze zo snel mogelijk weg hebben", zegt De Feijter. Gisteren mislukten pogingen om de kadavers op een schip naar het vasteland te brengen, mede door het stormachtige weer.

Zesde Vis

De potvis die gisteren elders op Texel aanspoelde kon wel per schip naar Harlingen worden gebracht. Hij wordt daar in stukken gesneden voor verder vervoer.

De kadavers zijn afgelopen dagen onderzocht door het Walvisteam van Naturalis en het Dutch Wildlife Health Center van de Universiteit Utrecht. De onderzoekers namen de afmetingen op en namen monsters van weefsel, organen, wormen en parasieten.