Ria Stalman: ik nam 's ochtends weleens een pilletje bij de Brinta
Ria Stalman is de eerste Nederlandse atlete die olympisch goud wint na Fanny Blankers-Koen (Londen, 1948). Maar in tegenstelling tot FBK wordt ze nooit een atletieklegende. Sterker nog: haar olympische titel van 1984 in Los Angeles is altijd met argwaan bekeken. “Of ik de waardering heb gekregen die ik verdien? Nee”, zegt Stalman in het programma Andere Tijden Sport (VPRO/NOS).
Stalman is in 1984 de beste discuswerpster in een afgeslankt deelnemersveld. Zowel de Sovjet-Unie als bijna het hele Oostblok koos ervoor de Spelen in Los Angeles te boycotten. Het ontbreken van de wereldtop doet voor velen afbreuk aan haar gouden medaille. En er zijn meteen twijfels. Stalman zou doping hebben gebruikt. Na ruim 31 jaar geeft ze in Andere Tijden Sport voor het eerst toe dat ze inderdaad verboden middelen heeft gebruikt. “Misschien ben ik dan nu van het gezeur af.”
Ze komt uit een onevenwichtig gezin. Stalman verliest haar vader op jonge leeftijd. Haar oudere broer en zus zijn al het huis uit en Ria blijft achter met een treurende moeder. Ze mist aandacht. En die vindt ze bij de atletiekverenging in Delft. “Ik had talent.” Haar prestaties halen al vrij snel de media. Ze stort zich op het discuswerpen.
Voor de Spelen van 1976 werpt Stalman de olympische limiet, maar het NOC vindt haar toch niet goed genoeg en zendt haar niet uit naar Montreal. Dat zet veel kwaad bloed bij de dan 25-jarige atlete uit Delft. Ze verlaat Nederland en besluit verder te gaan trainen in de Verenigde Staten. Vier jaar later mist ze de limiet voor de Spelen van Moskou. De Olympische Spelen van 1984 ziet Stalman als een laatste kans op succes en ze besluit doping te gebruiken.
Ik heb in zware trainingsperiodes weleens een pilletje bij mijn Brinta genomen.
Ze ziet het nog altijd als een logisch gevolg van de tijd waarin zij topsport bedreef. “Als onbeduidend Nederlands discuswerpstertje ben ik weleens naar de DDR geweest. Daar liepen allemaal koekblikken en die gooiden vijftien meter verder dan ik. Terwijl ik hard trainde”. Haar motto was: “If you can't beat them, join them. En dat heb ik gedaan.”
Met die uitspraak doelt ze op doping. “Ik heb in zware trainingsperiodes ’s morgens bij de Brinta weleens een pilletje genomen. In de laatste 2,5 jaar van m’n carrière heb ik een lichte dosis anabolen genomen. En met dosis bedoel ik 5 tot 10 milligram. Je kon het doen, omdat er alleen bij wedstrijden werd gecontroleerd.”
Ze neemt de verboden middelen om haar trainingen te verbeteren. “Ik herstelde daar slecht van. En anabolen bevorderen het herstel.” Een andere atleet tipt haar waar ze de pillen kan krijgen. Namen en rugnummers noemt ze niet. Stalman zelf wordt in 1992 door twee oud-trainingsmaatjes wel verlinkt. “Fijne mensen zijn dat. Dat doe je niet.”
Ook is er een gerucht dat Stalman met pillen in haar bagage wordt gearresteerd aan de Mexicaanse grens. “Lulkoek”, zegt ze nu. Maar jarenlang gaat ze niet tegen de verdachtmakingen in. “Waarom niet? Als je geschoren wordt, moet je stil zitten. Dan waait de storm vanzelf weer over.”
Ze weet zeker dat ze niet de enige gebruiker is. “Eenieder deed wat 'ie vond dat 'ie moest doen. Zowel in het Oostblok als aan de westkust van de VS werd wel degelijk gebruikt.”
Stalman is opgelucht dat ze het nu heeft verteld. “Het is niet zo dat ik er dagelijks mee naar bed ging en ermee opstond. Maar misschien ben ik nu eens van het gezeur af. Ik heb het nu gezegd, de kous is af. Get off my back.”
Maar er steekt ook nog iets bij de olympisch kampioene. “Ik heb er altijd gigantisch veel moeite voor gedaan. Wat ik heel vervelend vond, is dat mensen vooral riepen dat ‘die Stalman goud gewonnen heeft omdat het Oostblok er niet was’. Kan ik daar wat aan doen? Dat heeft me erg dwarsgezeten. Dat kan me nóg dwarszitten.”