Bouwen aan de kust, hoe snel gaat dat?
Op de laatste dag voor de kerstvakantie maakte het kabinet bekend dat het verbod op nieuwe bebouwing in het kustgebied wordt opgeheven. Het kabinet maakt het mogelijk dat er meer gebouwd wordt in de duinen en aan het strand omdat dat goed zou zijn voor de economie. Hoe snel zullen er ook echt bouwprojecten kunnen starten?
Waar komt dit besluit ineens vandaan?
Natuur- en milieuorganisaties en een deel van de Tweede Kamer reageerden verrast. Zij zijn bang dat de Nederlandse kust 'verrommelt' nu de landelijke overheid zich alleen met de kustveiligheid bezighoudt en provincies, gemeenten en waterschappen over de rest gaan.
Maar het besluit van het kabinet komt niet uit de lucht vallen. In september 2013 stuurde minister Schultz de Nationale Visie Kust naar de Tweede Kamer. Daarin staat dat de kustprovincies meer mogelijkheden willen om te mogen bouwen aan zee omdat dat "kan bijdragen aan aantrekkelijkheid en economische kracht van de kustzone".
De kusteconomie staat stil, staat er in het rapport, dus heeft de kust "kwaliteitsverbetering en ontwikkelruimte" nodig.
Wie mogen nog iets over dit besluit zeggen?
Dit kabinetsbesluit is niet hetzelfde als een wet, waar de Eerste en Tweede Kamer wijzigingen in kunnen aanbrengen en over moeten stemmen. De versoepeling van de bouwregels voor de kust staat in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening, door ingewijden Barro genoemd.
Volgende week stuurt minister Schultz van Infrastructuur en Milieu de gewijzigde tekst van het Barro naar de Eerste en Tweede Kamer. De Kamerleden hebben vier weken de tijd om te reageren. Andere mensen en organisaties mogen ook binnen vier weken reageren. Daarvoor komt het ontwerpbesluit in de Staatscourant te staan.
Maar ook als een meerderheid van de Tweede Kamer tegen is en als er veel maatschappelijke kritiek is, dan hoeft het kabinet zich daar in principe niets van aan te trekken.
Staan er volgend jaar al bouwkranen langs het strand?
Die kans is heel erg klein. Het is nu al zo dat bouwen aan de kust en in het duingebied aan allerlei regels moet voldoen, zoals bijvoorbeeld natuurwetgeving en veilige drinkwaterwinning. Dat blijft zo.
De Rijksoverheid kijkt altijd naar de veiligheid, omdat het kustgebied de enige bescherming is tegen de zee. Nederland ligt voor een groot deel onder zeeniveau en de zeespiegel kan in het jaar 2100 met 35 tot 85 cm zijn gestegen. Veiligheid blijft ook onder de nieuwe regels een taak van de landelijke overheid.
De kans dat er grote hotels en flatgebouwen in de duinen worden gebouwd is dus niet zo groot. Maar niemand kan nu al overzien wat er dan wel gebouwd gaat worden. In de provincie Zeeland zijn nu bijvoorbeeld al plannen om duizenden vakantiehuisjes te bouwen, waar ook al weer protesten tegen zijn.
Wie bepaalt in de toekomst wat er wel en niet mag?
De Rijksoverheid gaat dus over de veiligheid. De duinen mogen niet afgegraven worden, permanente strandtenten moeten op palen staan zodat het zand er onderdoor kan waaien en als het nodig is moeten duinen kunnen worden opgehoogd en stranden worden opgespoten.
Over al het andere gaan de kustprovincies Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland, de kustgemeenten en de waterschappen. Zij moeten samen het nieuwe kustbeleid gaan bepalen. En dat wordt een ingewikkeld politiek spel met voor- en tegenstanders.
De Provinciale Statenverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen worden dus interessanter. De politieke partijen zullen nog duidelijker in hun verkiezingsprogramma's gaan zetten wat zij met de kust willen. En zelfs de door velen oninteressant gevonden waterschapsverkiezingen worden een stukje spannender.
Als het kabinetsbeleid is, waarom zijn PvdA en VVD het dan niet eens?
Het besluit om bouwen aan de kust makkelijker te maken is geen onderdeel van het regeerakkoord, de regeerafspraken tussen PvdA en VVD. De fracties in de Tweede Kamer hoeven zich dus niet aan een afspraak hierover te houden en mogen hun eigen mening vormen.