'Nu ingrijpen om brandveiligheid bij ouderen te verbeteren'
Als er niets gebeurt, zal het aantal ouderen dat omkomt door een woningbrand de komende jaren meer dan verdubbelen. Dat voorspelt René Hagen, lector brandpreventie bij het Instituut Fysieke Veiligheid, verbonden aan Brandweer Nederland.
"Niets doen is geen optie", zegt Hagen. "Als we willen dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, heeft dat consequenties en zullen er maatregelen moeten worden genomen."
In een vandaag verschenen rapport (.pdf) pleit Hagen dan ook voor een serie maatregelen om het aantal 65-plussers dat omkomt of gewond raakt bij woningbranden terug te dringen. "Je moet dan denken aan uitgebreide voorlichting over het voorkomen van brand en over de vluchtroutes. Maar ook de wet- en regelgeving op dit gebied moet verbeteren. Daarnaast zijn er technische voorzieningen die brand kunnen voorkomen of beperken."
Uit onderzoek blijkt dat er vier belangrijke risicofactoren zijn waardoor brand kan ontstaan in een seniorenwoning: roken, koken, elektrische apparatuur en elektrische kacheltjes. Omdat bij roken en koken het grootste risico op brand bestaat, ligt duidelijke voorlichting voor de hand.
Een oudere die met een brandende sigaret in slaap valt, is vaak niet in staat de sigaret snel weer op te pakken. Ook zal het hem niet lukken om een beginnende brand in kleding of meubilair te doven. "Je kunt mensen niet verbieden te roken in hun eigen huis, maar je kunt hen wel wijzen op de risico's daarvan", zegt Hagen.
Ook in de keuken kunnen maatregelen worden genomen. Ouderen moeten weten dat ze niet met wijde kleding aan moeten koken, omdat die boven brandende kookpitten vlam kan vatten. Maar tegelijkertijd zijn technische voorzieningen ook mogelijk: een kookplaat met de kookpitten naast elkaar in plaats van achter elkaar bijvoorbeeld, maar ook een sprinklerinstallatie in de afzuigkap.
Brandalarm
Ontstaat er toch brand, dan is het zaak dat die zo snel mogelijk wordt geblust en zich zeker niet verder uitbreidt. Een sprinklerinstallatie in de woning kan daarvoor zorgen, maar ook snel optreden van buren, omstanders of personeel kan veel schelen.
In andere landen wordt gebruikgemaakt van gekoppelde brandalarmsystemen. Bij rook en brand gaat niet alleen in de woning zelf het alarm af, maar ook bij de buren of in een meldkamer. Daardoor kan sneller worden opgetreden. Die snelheid is geboden omdat senioren vaak minder mobiel zijn en soms niet snel genoeg in staat zijn zichzelf te redden.
Om zichzelf te kunnen redden, of te worden gered, moet de vluchtroute wel op orde zijn. Dus geen obstakels als tafels, kastjes en stoelen op weg naar de deur, want die worden door rookontwikkeling vaak slecht zichtbaar. Rookmelders in de woningen kunnen zeker helpen, maar zijn geen oplossing. "Rookmelders geven een vals gevoel van veiligheid, omdat veel senioren niet meer goed ter been zijn en dus niet snel genoeg kunnen vluchten."
Hagen pleit in zijn rapport ook voor het afdwingen van brandveiligheid via regelgeving. De wetgever zou moeilijk brandbaar meubilair en matrassen, automatische blussystemen en rookmelders verplicht kunnen stellen. "Wetten en regels over maatregelen die het leven van een groeiende groep kwetsbare en verminderd zelfredzame ouderen veiliger maken, zijn zeer wenselijk", schrijft hij.
Dat er zo weinig maatregelen zijn die het leven van senioren veiliger kunnen maken, verbaast Hagen. "Bij kinderen doen we het heel goed. Vorig jaar waren er geen dodelijke brandslachtoffers onder de 18 jaar. Maar als het gaat om senioren, die in sommige gevallen net zo veel zorg nodig hebben als onze kinderen, doen we niets."
Kamervragen
Ook de politiek lijkt zich inmiddels te realiseren dat er maatregelen nodig zijn. Minister Blok van Wonen neemt dit nieuwe rapport van het Instituut Fysieke Veiligheid mee in de beantwoording van vragen van 50Plus over het groeiende aantal ouderen dat sterft door woningbranden.
De beantwoording van die vragen wordt in maart verwacht.