Jairo Riedewald werd in 2015 basiskracht bij Ajax en international
NOS Voetbal

Terugblik 2015: proefkonijn Jairo Riedewald krijgt haasje

  • Jesse Wieten

    redacteur

  • Jesse Wieten

    redacteur

In de laatste week van 2015 kijken vijf hoofdrolspelers uit de Nederlandse sportwereld terug op het afgelopen jaar. Vandaag: voetballer Jairo Riedewald. Hij kreeg een kans op zijn favoriete positie en werd prompt international. En dat voor een proefkonijn van het plan-Cruijff.

Na de voorlaatste training van 2015 neemt Jairo Riedewald plaats op een stoepje bij het trainingsveld. Hij wijst naar het gebouw achter zich, een nieuw gebouw. “Een school. Het gaat steeds verder hier”, zegt hij.

Met hier bedoelt hij de jeugdopleiding op het complex in Amsterdam Zuidoost, De Toekomst. De School van de Toekomst, die in september werd geopend, biedt de huidige jeugdspelers van Ajax de mogelijkheid hun schoolopleiding volledig op de club te volgen. Een vernieuwing, zoals er meer waren de afgelopen jaren.

Die vernieuwingen gingen, zoals bekend, gepaard met strubbelingen. In een onrustig jaar op De Toekomst en een jaar waarin het eerste van Ajax nationaal naast de prijzen greep en internationaal geen potten kon breken, was Jairo Riedewald een lichtpunt. Uitgerekend Riedewald kan je zeggen, want bij hem, bij zijn lichting, begon de omwenteling in de jeugdopleiding, meer gericht op het individu, onderdeel van het plan-Cruijf

Ik was een proefkonijn. Alles werd een beetje bij mij getest. Zo kwam het bij me over en zo werd het ook aan mij verteld.

Jairo Riedewald

Riedewald was een van de eerste jeugdspelers die te maken kreeg met de zogenaamde performance-coaches, een individueel traject voor jeugdspelers in de hogere leeftijdsklassen.

Tot de doelen van het plan-Cruijff behoorden het ontwikkelen van de beste opleiding ter wereld, de jeugd niet alleen technisch en tactisch, maar ook mentaal en fysiek sneller klaarstomen voor het eerste elftal en met die vroegrijpe jongelingen aansluiting vinden bij de Europese top. Hoofd jeugdopleiding Wim Jonk en hoofd talentontwikkeling Ruben Jongkind zorgden voor de in- en uitvoering en stelden de performance-coaches aan.

Uitslapen

“Ik was een proefkonijn”, weet Riedewald zich nog te herinneren. “Alles werd een beetje bij mij getest. Zo kwam het bij me over en zo werd het ook aan mij verteld. Bas (Bruning, performance-coach Riedewald, red.) zei: dit is een nieuw programma, kijk even hoe het bevalt. Ik moest ook altijd na een training mijn ervaringen delen. Of ik moe werd van een oefening bijvoorbeeld.”

Vanaf dat moment in 2012 verandert zijn ritme en dat van de andere spelers van zijn lichting. Uitslapen is er niet meer bij voor Riedewald. Hij moet nog zestien worden, maar gaat leven in het ritme van een topsporter, meldt zich al in de ochtend bij zijn performance-coach voor onder meer persoonlijke conditie-, kracht en stabiliteitstraining. Daarna volgen vaak nog een of twee gewone trainingen of een wedstrijd en sowieso een sportmaaltijd.

Jairo Riedewald krijgt instructies van Frank de Boer voor zijn eredivisiedebuut

“Het was vermoeiend en zwaar”, aldus Riedewald. “Maar op overbelasting werd goed gelet. Af en toe sloeg ik een training over, mocht ik rusten of studeren. Mijn bouw en lengte heb ik mee, maar uiteindelijk werd ik nog sterker door deze aanpak. Dat merkte ik. Wat ik heb meegemaakt, is me goed bevallen. Het werd mede daardoor, en door wedstrijden te spelen voor Jong Ajax, makkelijker om in te stromen bij het eerste. Fysiek was ik er klaar voor.”

Het monster is nog niet helemaal wakker geworden. Maar ik heb wel meer agressie in mijn spel en ben me meer bewust van wat ik doe

Jairo Riedewald

Riedewald maakt de nieuwe aanpak bij de jeugd een klein jaar mee en sluit daarna aan bij het eerste. Bij wedstrijden voor Jong Ajax en de hoofdmacht wordt hij aanvankelijk voornamelijk gebruikt als linksback en verdedigende middenvelder. Op een kans als centrale verdediger, zijn favoriete positie, moet hij nog even wachten. Het spelen op andere posities in de jeugd en bij Jong Ajax blijkt onderdeel van een plan, van onder anderen Jonk.

“Ik heb daar niet over gesproken met Jonk, maar achteraf hoorde ik pas de gedachtegang”, aldus Riedewald. “Op het middenveld zijn de ruimtes kleiner, zijn er meer spelers om je heen, heb je minder tijd. Als je een bal krijgt en je moet draaien, moet je meteen kort draaien. Daar heb je voordeel bij als je teruggaat naar de achterste linie, naar de centrale positie. Ik ben nu rustiger aan de bal en dat komt misschien omdat ik kleinere ruimtes gewend ben. Het was een goede zet.”

In de laatste wedstrijden van het afgelopen seizoen stelt Frank de Boer Riedewald wel als centrale verdediger op en met het vertrek van Niklas Moisander naar Sampdoria zijn de vooruitzichten gunstig voor de jaargang 2015/2016. In de voorbereiding ruikt Riedewald zijn kans. “Best grappig”, zegt hij. “Ik sprak er toen nog over met mijn beste vriend Kenny Tete. Hij had precies hetzelfde, zag dat er ruimte was op rechtsback en wilde ook alles op alles zetten.”

Oranje

De talenten overtuigen. “Ik denk dat Riedewald zomaar de volgende speler van Ajax in het Nederlands elftal kan worden”, zegt de Boer tegen het einde van de voorbereiding. De trainer geeft Riedewald het vertrouwen en tot de winterstop blijft de geboren Haarlemmer het vaste gezicht als linker centrale verdediger.

Jeffrey Bruma (l), Jairo Riedewald (m) en Luciano Narsingh (r) voor het duel met Turkije

Misschien wat sneller dan verwacht krijgt De Boer ook gelijk met zijn voorspelling. Eind augustus ontvangen Riedewald en Tete een oproep voor Oranje.

Uit tegen Turkije maakt Riedewald als linksback zijn debuut (3-0 verlies) en ook in de daaropvolgende EK-kwalificatiewedstrijden tegen Kazachstan (1-2 winst) en Tsjechië (2-3 verlies) mag hij starten. Zijn eerste optredens in Oranje zijn tegelijk dieptepunten en hoogtepunten.

Ondanks het missen van het EK kan Riedewald nu wel genieten. Hij is trots. Zijn eerste shirtje hangt ingelijst op zijn kamer, in zijn ouderlijk huis in Hoofddorp, het haasje van zijn eerste interland is veilig opgeborgen.

Riedewald (in september): moeilijk om te genieten van debuut

Naast de uitschakeling met Oranje noemt Riedewald ook de vroege bekerexit van Ajax en de Europese prestaties met zijn club een dieptepunt. De Amsterdammers delven in de derde voorronde van de Champions League het onderspit tegen Rapid Wien en worden uitgeschakeld in de groepsfase van de Europa League. Wat dat betreft is Riedewald nog mijlenver verwijderd van de man met wie De Boer hem dit seizoen vergelijkt: Frank Rijkaard.

Toen Rijkaard op 24 mei 1995 met Ajax de Champions League won, was Riedewald nog niet eens geboren. Hij kent de levende legende alleen van horen zeggen en van oude beelden op TV of internet. Riedewald hoopt op een soortgelijke loopbaan, maar spiegelt zich liever aan wat recentere voorbeelden. “Raphaël Varane (Real Madrid) vind ik op mijn positie echt een goede speler. Zo jong en internationaal al veel bereikt met land en club, niet de kleinste club. Knap.”

“Jan Vertonghen is ook een voorbeeld”, gaat Riedewald verder. “Hij ging op precies het goede moment weg bij Ajax. Het ging hem in zijn laatste jaar makkelijk af bij Ajax, zo kwam het op mij over. Dan moet je weg. Dat wil ik ook. Ik wil ook een persoonlijkheid worden en het gevoel krijgen dat ik qua ontwikkeling op het maximum zit bij Ajax. Dat ik toe ben aan de volgende stap."

Jairo Riedewald baalt van een gemiste kans in het Europese duel met Fenerbahce (0-0)

“Jairo heeft enorm veel talent, maar het monster in hem moet wakker worden geschud”, aldus De Boer, nog in de voorbereiding.

“Dat monster is nog niet helemaal wakker geworden”, erkent Riedewald nu. “Maar ik heb wel meer agressie in mijn spel en ben me meer bewust van wat ik doe. Ik doe niet meer zomaar wat. Ik moet nog wel meer een persoonlijkheid worden, meer coachen, meer een leider worden. Als Jairo de bal krijgt, moeten tegenstanders weten dat er wat moet gebeuren. En ik moet rust creëren voor mijn medespelers.”

Riedewald gaat de toekomst bij Ajax tegemoet met generatiegenoten als Riechedly Bazoer, Anwar El Ghazi, Daley Sinkgraven en Tete. Spelers uit 1995 of 1996. Spelers die nog veel te leren hebben, die nog lang niet op het niveau zitten van Riedewalds favoriete teams van dit moment, FC Barcelona en Bayern München. Hij ziet zijn generatiegenoten ook buiten het veld. Voor een bezoekje aan de stad of een spelletje op de Playstation.

Stefan Schwab kreeg een rode kaart voor zijn overtreding op Jairo Riedewald

En inmiddels kloppen met Donny van de Beek, Vaclav Cerny en Abdelhak Nouri, allen uit 1997, nieuwe talenten aan de deur die al langer hebben gewerkt volgens de veranderde werkwijze op De Toekomst. Met het vertrek van Jonk en Jongkind is het nog onduidelijk welke kant de opleiding opgaat. Volgens Dennis Bergkamp mag het wel wat minder met de rapporten van de performance-coaches en de nadruk op fysiek.

De ontwikkelingen op De Toekomst bekijkt Riedewald nu van een afstand. Hij is bezig met het heden, de prestaties van het eerste. De verdediger is blij dat hij überhaupt nog kan spelen. In het CL-duel met Rapid had zijn loopbaan tot stilstand kunnen komen. Een aanslag van Stefan Schwab met twee benen gestrekt vooruit bleef zonder gevolgen. “Ik had alleen een beetje pijn, net zoals meestal na een wedstrijd. Ik ben blij dat het zo is afgelopen. Maar verder denk ik daar niet te veel bij na.”

Riedewald prijst zich gelukkig, met de kans die hij kreeg op zijn favoriete positie, met de kans in Oranje, met zijn ontwikkeling, die naar zijn mening een impuls kreeg door een nieuwe jeugdtrainingsaanpak.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl