Cambuur op zoek naar versterking in winterstop

Dat het niet goed gaat met SC Cambuur is een understatement. De club wacht na veertien speelrondes nog op de eerste competitiezege. Vorig seizoen meegerekend staat de teller zelfs al op negentien wedstrijden zonder overwinning. Ook het degradatieduel van vorige week tegen De Graafschap (2-3 verlies) kon geen einde maken aan de negatieve reeks.

Technisch directeur Henry van der Vegt had zich zijn start in Leeuwarden wel anders voorgesteld. "Dat mag je wel stellen. Ik had gehoopt dat de lijn van de voorgaande jaren (twee keer een twaalfde plek, red.) doorgetrokken zou worden", zegt Van der Vegt in aanloop naar het duel met zijn oude club Willem II. "Maar er zit een kentering aan te komen. Dat gevoel leeft sterk binnen de club."

Spelers weg op cruciale posities

Van der Vegt werkt sinds 1 mei van dit jaar voor Cambuur. Geen gemakkelijke klus, want na twee succesvolle jaren zijn de verwachtingen hoog. Maar de mooie resultaten zorgen er ook voor dat spelers zich in de kijker spelen. En dus vertrekken. Daar zit volgens Van der Vegt de crux.

"We zijn op drie cruciale posities spelers kwijtgeraakt. De twee centrumverdedigers (Etiënne Reijnen en Lucas Bijker) zijn weg en ook verdedigende middenvelder Mohamed El Makrini vertrok. Eén zo'n positie kun je nog wel opvangen, maar drie is heel moeilijk. Zeker in de voetbalwereld, waar je geen tijd krijgt om te bouwen."

Cambuur trok Marvin Peersman, Kai Heerings, Martijn van der Laan en Wessel Dammers aan voor de defensie. Van der Vegt: "Heerings en Van der Laan raakten geblesseerd. Daar kwamen verdedigers Calvin Mac-Intosh en Marlon Pereira nog bij. Dat heeft invloed op je spel. En als je dan niet wint, gaat het in de kopjes van de hele ploeg zitten."

'Niet te vroeg conclusies trekken'

Als er veel spelers vertrekken, is het de taak van een technisch directeur om daar iets voor terug te halen. Dat beseft Van der Vegt maar al te goed. "We kijken kritisch naar onszelf. Hebben we zaken verkeerd ingeschat? Is er wel genoeg kwaliteit? Er zijn nog steeds veel spelers die vorig jaar wél de kwaliteit hadden. Ik geloof niet dat ze dat nu ineens niet meer hebben."

"Verder hebben we logische dingen gedaan die binnen het budget passen én in de lijn van voorgaande jaren zijn. Sinds de zwarte tijden en het 'bijna faillissement' wordt er een goed beleid gevoerd op financieel gebied. Sportief ging het ook goed, maar dit seizoen tot nu toe niet. Dan kun je nu al de conclusie trekken dat we het niet goed hebben gedaan. Dat mag. Maar ik vind dat aan de vroege kant.”

Kritiek op functioneren Van der Vegt

Een deel van de Cambuur-supporters keerde zich met negatieve spreekkoren tijdens de wedstrijd tegen De Graafschap tegen Van der Vegt. "Dat is niet leuk, ik word ook liever toegezongen dan dat ik word neergesabeld. Maar ik ben als laatste gekomen en dan zijn de pijlen al snel op mij gericht."

"Een technisch directeur begint al bijna op een trainer te lijken. In de zin van dat je wordt afgerekend op de resultaten", vervolgt Van der Vegt. "Dat hoort blijkbaar bij het vak. Maar Toon Gerbrands zei ooit: 'ik ben mede verantwoordelijk, maar niet altijd schuldig'. Daar sluit ik me bij aan."

De kritiek is overigens niet nieuw voor Van der Vegt. Ook bij RKC en Willem II, twee van zijn vorige clubs, liep het niet altijd van een leien dakje. "Bij beide clubs moest ik enorm saneren. Dat vond ik niet leuk, maar het moest. Daar word je niet populair mee."

"De positie van technisch directeur is sowieso een moeilijke bij dynamische clubs. Dan bedoel ik clubs die bij de top van de Jupiler League horen, maar in de eredivisie onderin meedraaien. Je moet altijd met twee scenario's rekening houden en daar spelers bij zoeken. Dat is niet makkelijk."

'Vertrouwen dat het goedkomt'

Ondanks alle tegenslagen houdt Van der Vegt de moed erin. "Het komt goed, daar ben ik zeker van. We moeten ons in de winterstop verdedigend versterken. De mogelijkheden zijn beperkt, dus we zullen creatief moeten zijn. We zoeken jongens die in zichzelf willen investeren en Cambuur met ziel en zaligheid in de eredivisie kunnen houden."

Want directe handhaving blijft het doel in Leeuwarden. "We wuiven de mogelijkheid dat het via de nacompetitie moet niet weg. Maar we zijn niet bezig met degradatie of nacompetitie. Stap één is ons spelniveau verbeteren, stap twee is punten halen en de derde stap is kijken waar we eindigen. We moeten het zelf doen."