Israëlische tieners schuldig aan levend verbranden Palestijn (16)

Twee Israëlische jongens zijn schuldig bevonden aan de moord op een Palestijnse jongen van 16. Abu Khdeir werd in juli vorig jaar ontvoerd in Jeruzalem, in een bos mishandeld en levend verbrand.

De strafmaat voor de twee minderjarigen is nog niet bepaald. Tegen een derde verdachte, de 31-jarige hoofdverdachte, is nog geen uitspraak gedaan omdat er nog een onderzoek loopt naar zijn psychische gesteldheid.

De hoofdverdachte kwam op het laatste moment met een psychiatrisch rapport, geschreven in het Engels, waaruit zou blijken dat hij niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor zijn daden. De rechter wil dat het stuk de komende dagen wordt vertaald in het Hebreeuws.

De vader van Abu Khdeir uitte na afloop kritiek op de gang van zaken. Volgens hem probeert de hoofdverdachte de rechtbank te misleiden. "Er is geen gerechtigheid." Ook vroeg hij zich geregeld af waarom de huizen van de daders niet werden vernietigd, wat Israël vaak doet in het geval van Palestijnse terroristen.

Wraak

De drie hebben een gedeeltelijke bekentenis afgelegd. Ze handelden naar eigen zeggen uit wraak voor de moord op drie Israëlische jongeren door Hamas-militanten, op de Westelijke Jordaanoever. De minderjarigen, die destijds 16 jaar waren, voerden in het proces aan dat ze onder druk waren gezet en opgehitst door de hoofdverdachte. Ze zouden pillen hebben gekregen in de uren voor de moord.

De moorden leidden tot een reeks van geweldsincidenten, die uitmondde in de zeven weken durende Gaza-oorlog.