NOS Nieuws

Frankrijk herdenkt, maar geen blauw-wit-rode zeeën

Parijs herdenkt 13 november

Nick Alexander, 36 jaar.
Thomas Ayad, 32 jaar.
Elodie Breuil, 23 jaar.
Guillaume Decherf, 43 jaar.

Een voor een klinken de namen van de slachtoffers over de Cour d'Honneur van het Hôtel des Invalides. Alsof geprobeerd wordt ze terug te roepen uit de dood. Een cellist speelt een hartverscheurende suite van Bach en tijdens de toespraak van president Hollande klinken zowel troostende als opstandige woorden. "Zij hebben de cultuur van de dood, wij de cultuur van liefde voor het leven."

Het helpt niet. Er zijn 130 doden gevallen. De wanhoop staat te lezen op elk van de meer dan duizend gezichten op het plein.

De bijeenkomst wordt geopend en afgesloten door het orkest van de Garde Républicain met de Marseillaise, symbool van strijdlust en eenheid. Want dat is wat deze herdenking ook moet zijn: een signaal aan de buitenwereld dat Frankrijk alles behalve uit het lood geslagen is en met dubbele kracht doorvecht. "Wij zullen IS verslaan", zegt de president.

Symbolen van eenheid

Om die eenheid van heel Frankrijk tot uiting te brengen heeft Hollande iedereen opgeroepen de Franse vlag uit te steken. Een oproep die geen president ooit eerder deed. Het lijkt een poging het Franse volk eenheid te laten uitstralen. Maar het is de vraag of Fransen daarop zitten te wachten.

Vive La France! is de vaste afsluiter van een presidentiële toespraak en het volkslied wordt gretig en uit volle borst meegezongen. Maar het lijkt er niet op dat de Hollandes oproep massaal opgevolgd wordt. In het ietwat nuffige zesde arrondissement bijvoorbeeld hangt maar hier en daar een vlag aan een balkonnetje. Het zijn in ieder geval niet de blauw-wit-rode zeeën die Hollande voor ogen had.

Ook uit een enquête van de krant Le Figaro blijkt dat lang niet de hele natie achter het vlagvertoon van vandaag staat. Voor- en tegenstanders houden elkaar vrijwel in evenwicht.

'Het is een dag om te overpeinzen'

Toch zijn de vlaggen op veel plaatsen uitverkocht. Teleurgestelde klanten wordt aangeraden het eens te proberen bij een van de grote bouwmarkten aan de rand van de stad. Een paar souvenirwinkels aan de kades van de Seine zagen een gat in de markt en hebben nog een doosje of wat op de kop kunnen tikken.

Het lijkt een eenheid met barsten, want niet iedereen is blij met dit nationale eerbetoon. Twee families van nabestaanden hebben openlijk laten weten er geen zin te hebben. De zuster van François-Xavier Prévost, die omkwam in Le Bataclan, schreef op haar Facebookpagina: "Heren politici, uw uitgestoken hand, uw eerbetoon, we willen het niet". Volgens haar is de regering "voor een deel verantwoordelijk wat er is gebeurd". Het is een hard verwijt.

"Is de stad veranderd sinds 13 november?", vraag ik aan de ober van brasserie Le Lutèce aan het begin van de Boulevard Saint Michel. "Jazeker", zegt hij hartgrondig, "De mensen zijn bang, en dat zal voorlopig nog wel zo blijven. Dat merk je aan alles". Het wordt beaamd door een groepje mannen aan de bar, al vroeg aan de pils. "Je let gewoon beter op. In de metro kijk je wie er instapt en in het café ga ik niet meer aan het raam zitten." Inderdaad wordt er bij iedere sirene die langskomt opgekeken en stokt het gesprek even. En dat is heel regelmatig op deze drukke boulevard.

Troost en steun

Tijdens de directe uitzending van de herdenking wordt er zorgvuldig voor gewaakt dat de nabestaanden niet in beeld komen.

Niemand zit erop te wachten om op zo'n moment aan de wereld te worden getoond. De aanwezigen hoeven geen bekendheid. Ze zijn gekomen voor wat troost en steun. En misschien ook, hopen ze diep in hun hart, om te horen dat de naam van hun broer, zoon, vriendin, er bij nader inzien toch niet tussenzit.

Halima Saadi, 37 jaar.
Eric Thomé, 39 jaar.
Olivier Vernadal, 44 jaar.
Luis-Filipe Zschoche Valle, 35 jaar

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl