Dijsselbloem houdt rekening met mini-Schengen
Eurogroepvoorzitter Dijsselbloem verwacht weinig van een Europese aanpak van de vluchtelingencrisis. In een aantal Europese media zegt hij dat Nederland met een paar andere landen nadenkt over gezamenlijke bewaking van de buitengrenzen.
"Als het niet met alle 28 EU-landen gaat, vallen we terug op Schengen of zelfs een mini-Schengen.", zegt Dijsselbloem. Hij noemt Zweden, Oostenrijk, België en Duitsland als landen waarmee Nederland nu "alle lasten" draagt.
'Niet optimistisch'
Op de vraag of Schengen blijft bestaan zegt Dijsselbloem: "Ik ben niet optimistisch. We zouden samen moeten investeren in vluchtelingenkampen in Jordanië en Turkije, in grensbewaking. Als dat niet gaat, moeten landen hun eigen maatregelen nemen om hun samenleving te beschermen."
Hij noemt deze oplossing niet leuk en voegt daaraan toe dat het inmiddels zo ver is gekomen in Europa dat er wordt nagedacht over suboptimale oplossingen.
Mini-Schengen bestaat nog niet. Het is alleen maar een concept als we er niet samen uitkomen.
Vorige week meldden bronnen dat het Nederlandse kabinet met België, Luxemburg, Duitsland en Oostenrijk over een mini-Schengenzone praat.
De vijf landen willen binnen Schengen een kleiner gebied vormen, waar mensen vrij kunnen reizen. Aan de buitengrenzen zouden effectieve paspoortcontroles moeten komen, zodat de asielstroom beter te beheersen is.
Voor het begin van de ministerraad benadrukte Dijsselbloem dat er nog geen mini-Schengen is. "Het is alleen maar een concept als we er niet samen uitkomen. Het geeft aan dat we niet nadenken over oplossingen - die we ook niet willen - maar die we wel moeten zoeken".
De minister van Financiën, die ook voorzitter is van de Eurogroep, benadrukt dat het Europa gebaseerd is op solidariteit. "Als wij andere landen helpen in moeilijke tijden, mogen we ook verwachten dat zij ons helpen als er een enorme toestroom is. Dat is altijd met solidariteit. Dat moet van twee kanten komen."