Behandeling ijzertekort kan beter
Mensen met bloedarmoede als gevolg van ijzertekort hebben baat bij een lagere hoeveelheid ijzerpillen dan zij nu vaak krijgen voorgeschreven. In plaats van een tot driemaal per dag, lijkt het beter om slechts één ijzertablet per twee dagen te gebruiken. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers in het vakblad Blood.
Door minder ijzerpillen te geven dan nu standaard gebeurt, is de behandeling waarschijnlijk efficiënter en hebben patiënten bovendien minder last van vervelende bijwerkingen zoals maag-darmklachten.
Efficiëntere dosering
IJzertekort is de meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede. In de Westerse wereld komt bloedarmoede vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, te wijten aan de menstruatie. In ontwikkelingslanden ligt dat anders, daar hangt een ijzertekort vaak samen met een voedseltekort.
Patiënten krijgen nu standaard een tot drie keer per dag tot 70 milligram ijzer toegediend, vaak maandenlang. "Volgens ons onderzoek kan dat omlaag", zegt Dorine Swinkels, hoogleraar experimentele klinische chemie aan het Radboudumc.
De onderzoekers keken naar het effect van het hormoon hepcidine op de ijzeropname in de darmen. Hepcidine wordt door de lever uitgescheiden, als reactie op een verhoogde ijzerinname. Het hormoon remt echter de opname van ijzer in het bloed. Een groot deel van de ijzerinname, wordt dan via de dikke darm weer uitgescheiden.
Beperkingen
Aan het onderzoeken namen 54 vrouwen deel. "De grootte is zeker een beperking", erkent Swinkels. "Maar grootte hoeft niet altijd een belemmering te zijn. De resultaten laten een sterk verband zien."
Het onderzoek is uitgevoerd onder enkel vrouwen. "Omdat vrouwen vaker ijzergebrek hebben dan mannen. Maar de resultaten zijn zeker ook toepasbaar op mannen."
Swinkels benadrukt het belang van vervolgonderzoek, dat inmiddels in gang gezet is. "Dat we het nu niet goed doen, is duidelijk", zegt Swinkels. "Hoe we de behandeling kunnen optimaliseren, moeten we verder onderzoeken."
Het onderzoek is een internationaal samenwerkingsverband waar het Radboudumc en de universiteit Wageningen deel van uitmaken.