Schaatsteams profiteren onterecht van NOC*NSF-gelden
Enkele commerciële schaatsteams maken onterecht gebruik van het stipendium van NOC*NSF, de bijdrage die bedoeld is voor atleten met een laag inkomen zodat die topsport kunnen bedrijven.
Enkele schaatsploegen betalen bewust een laag salaris, zodat de schaatser alsnog een bijdrage van NOC*NSF kan aanvragen. De rest van het beschikbare geld kan de ploeg dan ergens anders voor inzetten. Twee jaar geleden hadden de KNSB en de teams juist afgesproken dat de ploegen zelf het minimumloon moeten betalen.
De atletenvereniging van de KNSB heeft de schaatsers gewaarschuwd over het onterecht gebruikmaken van de bijdrage.
Vangnetfunctie
De maandelijkse uitkering van NOC*NSF is voor veel sporters in Nederland de belangrijkste bron van inkomsten. Zonder die bijdrage is een leven als topsporter voor bijvoorbeeld een turnster of judoka vaak niet mogelijk. De regeling, gebaseerd op het minimumloon, wordt echter ook ten onrechte gebruikt door enkele commerciële schaatsteams.
Sponsors gebruiken de toelages deels als basis voor hun financiële huishouding, maar de maandelijkse bijdrage van NOC*NSF is vooral bedoeld voor topsporters die geen sponsor en ook geen (of weinig) inkomsten uit werk hebben. Het is dus een vangnet voor de minderbedeelden en geen regeling om het salaris van een sporter nog eens extra te spekken.
Een sporter met een A-status kan een jaarlijkse toelage krijgen die kan oplopen tot 27.252 euro (bruto). Dan mag hij of zij er nog 10.000 euro bruto bijverdienen. Daarnaast is er nog een spaarregeling, zodat bonussen kunnen worden weggezet voor later.
Tienduizenden euro's aan toelages
De salarissen zijn bij sommige schaatsploegen zo laag, dat die voor tienduizenden euro's aan toelages bij NOC*NSF kunnen aanvragen. De rest van het beschikbare geld kan ergens anders ingezet worden. Terwijl de schaatsbond en de ploegen juist twee jaar geleden hebben afgesproken dat een schaatser uit een commerciële ploeg in elk geval het minimumloon moet ontvangen, te betalen door het team.
Door gebruik te maken van de stipendiumregeling financiert NOC*NSF eigenlijk voor een deel enkele commerciële ploegen. Jillert Anema van team Clafis geeft toe dat schaatsers uit zijn team gebruikmaken van de regeling. "Een stuk of vijf schaatsers hebben olympische ondersteuning van NOC*NSF en hebben met die bijdrage een redelijk salaris", zegt de coach.
NOC*NSF is geen partij
NOC*NSF laat via woordvoerder Geert Slot weten geen partij te zijn. "Wij blijven weg bij de afspraken tussen de KNSB en de ploegen. Wij beoordelen sporters op hun inkomen. Als ze meer verdienen dan is toegestaan, moeten ze terugbetalen."
De KNSB zegt bij monde van technisch directeur Arie Koops niets te weten van onterecht gebruik van het stipendium door ploegen. De atletencommissie van NOC*NSF stuurde recentelijk nog wel een waarschuwingsmail naar schaatsers over het gebruik van het stipendium. "Als er geluiden zijn, dan zijn wij de eersten die de sporters moeten wijzen op de regels hierover", zegt Koops.
Jac Orie noemt het een slechte zaak voor het schaatsen. De baas van schaatsploeg Lotto-Jumbo zegt dat een stipendium niet voor de financiering van een ploeg kan worden gebruikt. "Als je in een commercieel team zit, moet de basis zo goed zijn dat er voldoende geld is om het minimumloon aan salarissen te betalen. Dat moet je niet mixen met het stipendium."
Dubbeltje eerste rang
Ireen Wüst, die voor haar team nog op zoek is naar een sponsor, vindt het ook maar niks. "Ik weet van de situatie. Het mag allemaal wel wat strakker geregeld worden", is de mening van de succesvolste Nederlandse olympiër. "De Collectieve Schaats Overeenkomst (CSO) mag ook strakker gehandhaafd worden. Anders wordt het heel scheef in het schaatsen. Dan kun je voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Waarom zou je nog twee miljoen in een ploeg steken als je dezelfde exposure krijgt voor 5 ton."
De andere vedette Sven Kramer onderschrijft de woorden van Wüst."Ik denk niet dat het goed is voor de schaatssport. Er zijn veel schaatsers met die ondersteuning. Ik snap dat het voor hen de enige weg naar succes kan zijn, maar als je kijkt naar de professionaliteit van de sport is het niet goed."