Hoe (on)veilig is het rondom een azc?
Bijna dagelijks wordt in een gemeente gesproken over het opvangen van asielzoekers. En vaak zijn er zorgen van omwonenden over de veiligheid. Premier Rutte zegt dat er tot nu toe weinig incidenten zijn en geen structurele problemen. De feiten rondom asielzoekerscentra en criminaliteit.
Wat zijn de ervaringen van gemeenten met een asielzoekerscentrum?
De NOS sprak met ruim twintig van de 33 gemeenten die een groot asielzoekerscentrum op hun grondgebied hebben. Hun gezamenlijke ervaring is dat er vooraf bezorgdheid is, maar dat er zich weinig tot geen incidenten hebben voorgedaan waarbij mensen van buiten het azc gedupeerd werden. Een gemeente zei dat "een gemiddelde wijk met 600 inwoners voor meer problemen zorgt". Volgens de gemeenten nam de criminaliteit niet toe.
Wel zijn er incidenten op de azc-terrein zelf, zoals vechtpartijen. Soms wordt winkeldiefstal genoemd, bijvoorbeeld van tandpasta en zeep. Ook kunnen inwoners overlast ervaren door grote groepen mensen in het straatbeeld. Dit wordt incidenteel genoemd. Een van de gemeenten zegt dat er wel meer overlast was toen veel jongeren bij elkaar woonden.
Wat zeggen de politiecijfers?
Betrouwbare politiecijfers over criminaliteit door asielzoekers zijn er niet, omdat de politie niet registreert of de dader een asielzoeker is. Wetenschappers die in het verleden wel politiecijfers gebruikten, concludeerden unaniem dat die op zichzelf geen goed beeld kunnen geven.
En de wetenschappers?
Wetenschappelijk onderzoek naar de actuele migrantenstroom is er (nog) niet. Wat bekend is, komt uit onderzoeken uit de jaren 2001 tot 2007. Nadat burgemeester Wallage van Groningen in 2001 beweerde dat asielzoekers crimineler waren dan autochtone Groningers, verscheen het ene na het andere onderzoek dat die conclusie weerlegde. De cijfers waarop Wallage zich baseerde bleken verkeerd te zijn uitgelegd of niet te kloppen.
Hoe zit het dan wel?
Asielzoekers zijn iets vaker betrokken bij criminele activiteiten dan autochtonen, maar minder vaak dan andere allochtone groepen. Dat bleek na jaren van discussie in 2006, in een landelijk onderzoek in opdracht van het kabinet-Balkenende. Ook bleek toen dat veruit de meeste criminaliteit in het asielzoekerscentrum plaatsvond en niet daarbuiten.
De onderzoekers verklaarden dat door de spanningen die het samenleven op een klein terrein met zich meebrengt. De slachtoffers waren vrijwel altijd mede-asielzoekers en niet bijvoorbeeld omwonenden. Buiten de hekken van het terrein was soms sprake van winkeldiefstal of zwartrijden.
Godfried Engbersen was een van de onderzoekers van toen. "Het is niet onveiliger rondom een asielzoekerscentrum", zo vat hij de studies van toen samen. Zware criminaliteit werd nergens aangetroffen.
Wat zeggen statistieken over mensen die nu naar Nederland komen?
De twee grootste groepen die asiel aanvragen in Nederland zijn Syriërs en Eritreeërs. Over de eerste groep zijn criminaliteitscijfers bekend en daaruit blijkt dat zij in verhouding tot andere allochtone groepen niet vaak als verdachte zijn aangemerkt. Over Eritreeërs zijn geen data beschikbaar.
Deze twee groepen krijgen meteen een verblijfsstatus. Onderzoek uit het verleden leert dat er een verband is tussen criminaliteit en de asielprocedure. Kort gezegd stellen de onderzoekers: hoe onzekerder een asielzoeker over zijn of haar toekomst is, des te groter is de kans op criminaliteit. Illegalen komen relatief vaak voor in de statistieken, asielzoekers die meteen een status krijgen juist niet. Volgens Engbersen betekent dit dat de kans op criminaliteit nu dus gering is, omdat de meeste asielzoekers meteen een status krijgen.
Wat weten we (nog) niet?
Grote onderzoeksinstituten doen op dit moment geen onderzoek naar crimineel gedrag van de huidige groep asielzoekers. Wel wordt onderzoek gedaan naar criminaliteit onder asielzoekers die hier in de jaren negentig kwamen. Dat onderzoek wordt uitgevoerd door het WODC, het wetenschappelijk bureau van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Over Eritreeërs is nog weinig bekend.