Britse politici mogen worden afgeluisterd ondanks decennia oude belofte
Britse parlementariërs mogen worden afgeluisterd door Britse inlichtingendiensten. Dat heeft het Investigatory Powers Tribunal (IPT), het orgaan dat in Groot-Brittannië toezicht houdt op de inlichtingendiensten, bepaald.
De uitspraak is opvallend. Men ging ervan uit dat de politici werden beschermd door de Wilson-doctrine, een decennia-oude belofte van de gelijknamige premier Harold Wilson. Die zei in 1966 dat parlementsleden niet zouden worden afgetapt.
Geen wettelijke basis
Volgens het tribunaal is de Wilson doctrine "niet afdwingbaar binnen de Engelse wet". Daarnaast heeft de uitspraak van Wilson volgens het IPT geen wettelijke basis. Daarnaast stelt het tribunaal dat als de doctrine een officiële overeenkomst zou zijn geweest, deze alleen het doelgericht aftappen van parlementariërs zou verbieden. Het zou hen niet beschermen tegen ongerichte surveillance.
Maandag verzekerde de Britse minister van Binnenlandse Zake, Theresa May, politici er nog van dat de regel van toepassing is, schrijft The Guardian.
'Beangstigend'
In een reactie aan The Guardian laat politica Jenny Jones weten dat ze bezorgd is voor de gevolgen. "Parlementariërs spreken dikwijls met klokkenluiders, deze uitspraak is in die context beangstigend. Het is onze taak om de leiders van dit land verantwoordelijk te houden voor hun acties. Het is hiervoor noodzakelijk dat burgers zonder aarzelen met ons contact kunnen opnemen."
Jones, lid van de Green Party, is een van de parlementariërs die om een uitspraak had gevraagd. Volgens haar toonden documenten van klokkenluider Edward Snowden aan dat de geheime dienst GCHQ zich niet aan de doctrine hield.
Ze is van plan om samen met collega's de bescherming van politici alsnog in de wet vast te leggen.