Q-koorts brak in 2007 uit
NOS Nieuws

Onderzoekers gaan verband Q-koorts en non-hodgkin na

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

Nederlandse Q-koorts-onderzoekers gaan na of er een verband bestaat tussen het hebben van chronische Q-koorts en het krijgen van non-hodgkin-lymfoom, een vorm van lymfeklierkanker.

Volgens een Franse studie die vandaag gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift Blood lopen patiënten die chronische Q-koorts hebben een verhoogd risico op het krijgen van non-hodgkin.

Kritiek

Hoewel de Nederlandse onderzoekers bedenkingen hebben bij de studie willen zij de uitkomst ervan toch niet negeren. Ze gaan in het omvangrijke bestand van Q-koorts-patiënten na of ze hetzelfde verband vinden.

Om verschillende redenen is de kans daarop klein, denkt directeur Jaap van Dissel van het Centrum voor Infectieziektenbestrijding van het RIVM.

Franse database

De Fransen hebben gekeken hoeveel van de bijna 1500 patiënten in de database van het nationale referentiecentrum voor Q-koorts in Marseille een non-hodgkin-lymfoom hebben ontwikkeld. Dat waren er zeven: één patiënt die acute Q-koorts had en zes die aan chronische Q-koorts leden. De database van het gespecialiseerde instituut bevat materiaal van Franse patiënten, maar ook van mensen uit andere landen.

Van die zes patiënten leden er vier aan endocarditis, een ontsteking van de binnenwand van het hart of de hartkleppen, die maar zelden voorkomt. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 250 mensen endocarditis. Maar een heel klein aantal van hen hebben Q-koorts.

Te kort door de bocht

De Franse onderzoekers hebben het aantal non-hodgkin-patiënten in hun Q-koorts-database afgezet tegen het aantal non-hodgkin-gevallen in de Franse bevolking. Op grond van die vergelijking concluderen de Franse onderzoekers dat de kans op non-hodgkin voor Q-koorts-patiënten 25 keer hoger is dan voor Fransen die geen Q-koorts hebben.

Die conclusie is volgens de Nederlandse onderzoekers veel te kort door de bocht. De Franse analyse leidt naar alle waarschijnlijkheid tot overschatting van het risico op non-hodgkin bij Q-koorts-patiënten.

Oorzaak of gevolg?

Een verband zegt bovendien niets over oorzaak en gevolg. Bij de helft van de Franse Q-koorts-patiënten met non-Hodgkin is niet duidelijk of de kanker vóór of na de Q-koorts ontstond. “Wat vormt dan een risicofactor voor wat”, zegt Van Dissel, “Q-koorts voor non-Hodgkin of juist andersom.”

Maar ook leeftijd speelt een belangrijke rol. De gemiddelde leeftijd van de Q-koorts-patiënten in de Franse database is ruim 50 jaar. De gemiddelde leeftijd van de Franse bevolking is rond de 38 jaar, maar lymfomen komen op hogere leeftijd vaker voor. "Hoe de onderzoekers voor dat effect hebben gecorrigeerd is niet duidelijk", zegt Van Dissel.

Drie patiënten

Non-hodgkin-lymfomen komen vooral voor bij patiënten die minstens veertig tot vijftig jaar zijn, zegt ook Christian Hoebe, hoogleraar infectieziekten aan het MUMC in Maastricht.

Er zijn drie Nederlandse Q-koorts-patiënten beschreven die een vorm van non-hodgkin hebben gekregen. In twee gevallen ging het om de uiterst zeldzame 'hairy cell'-leukemie. In het derde geval om een niet nader gespecificeerd non-hodgkin-lymfoom.

Alle Q-koorts-patiënten in Nederland, en met name de chronische patiënten, worden nauwlettend in de gaten gehouden door artsen en onderzocht met onder meer PET-scans. Patiënten die non-hodgkin ontwikkelen worden daarbij waarschijnlijk al in een vroeg stadium opgepikt.

Andere groep

Volgens Hoebe zijn er meer redenen dat de onderzoeksresultaten wel eens vertekend zouden kunnen zijn. "De database van Q-koorts-patiënten is van een gespecialiseerd centrum. Daar komen in ieder geval alle moeilijke gevallen terecht. Dat kan invloed hebben op de uitkomst van het onderzoek."

Het derde punt dat Hoebe inbrengt tegen de Franse studie illustreert dat. "Van de Franse patiënten heeft 70 procent acute Q-koorts en 30 procent chronische Q-koorts. Zes op de zeven non-Hodgkin gevallen komen voor bij chronische patiënten. In Nederland heeft ongeveer 10 procent van de meer dan 4000 patiënten van de grote Q-koorts-uitbraak van 2007-2009 chronische Q-koorts. Het gaat hier dus om een heel andere patiëntengroep."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl