AzG: dit is de grootste ramp in onze geschiedenis
"Dit is de grootste ramp in de geschiedenis van Artsen zonder Grenzen." Dat zegt AzG-directeur Arjan Hehenkamp over het bombardement op een ziekenhuis in Kunduz. Daarbij kwamen zeker negentien mensen om, onder wie twaalf stafleden van de hulporganisatie.
Hehenkamp zegt dat zijn team in de kliniek overnachtte om te schuilen voor de gevechten. "Het is voor onze organisatie een enorme klap."
Terroristen
Artsen zonder Grenzen (AzG) spreekt tegen dat er terroristen zaten in het ziekenhuis in Kunduz op het moment dat het gebouw werd gebombardeerd. Volgens de directeur van de Nederlandse tak van de hulporganisatie was het ziekenhuisterrein goed afgesloten.
"Er is geen aanleiding om aan te nemen dat het terrein gebruikt werd voor gevechten", aldus Hehenkamp die niet kan uitsluiten dat bij de zieken Talibanstrijders zaten.
Hij reageert daarmee op een uitspraak van het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken dat er zich terroristen schuilhielden in de AzG-kliniek en dat het gebouw daarom werd aangevallen.
Ziekenhuis niet het doelwit
De Amerikanen maakten vanavond bekend dat het doelwit niet het ziekenhuis was, maar een locatie vlak in de buurt. Bij de aanval kwamen negentien mensen om en raakten zeker 37 anderen zwaargewond.
De kliniek is zwaar beschadigd. Er brak ook brand uit. Daarom kunnen mensen niet geholpen worden. Zeker dertig mensen worden nog vermist.
'Locatie was bekend'
Volgens een woordvoerder van Artsen zonder Grenzen begon het bombardement rond 2 uur in de nacht, plaatselijke tijd. Het bombarderen duurde ruim een half uur, zegt Bart Janssens tegen de BBC.
"Iedereen wist dat daar een ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen zat. Het was het enige draaiende ziekenhuis in Kunduz", zegt Janssens. "Ook hebben we de precieze locatie gemeld bij de strijdende partijen. Iedereen wist dus dat er een ziekenhuis zat."