Na meer dan vijf eeuwen mogen 4000 joden zich weer Spanjaard noemen

Spanje heeft 4302 nakomelingen van Spaanse joden het Spaanse staatsburgerschap gegeven. Het zijn asielzoekers, vooral uit Marokko, Turkije en Venezuela.

De asielzoekers hebben recht op de Spaanse nationaliteit op grond van een nieuwe wet, die een zwarte bladzijde uit de Spaanse geschiedenis gedeeltelijk moet rechtzetten. In 1492 dwong het land de joden zich te bekeren tot het katholieke geloof. Miljoenen joden die zich niet wilden bekeren sloegen op de vlucht; anders zouden ze ter dood zijn gebracht.

De nieuwe wet geeft de ruim vierduizend nakomelingen van deze Sefardische joden, zoals de joden uit Spanje en Portugal worden genoemd, de mogelijkheid om naast hun eigen nationaliteit ook de Spaanse aan te nemen. Zij hebben drie jaar om een Spaans paspoort aan te vragen.

Sentimenten

De Spaanse Federatie van Joodse Gemeenschappen zegt dat de meeste nakomelingen uit Marokko, Turkije en Venezuela komen.

Volgens de New York Times willen de afstammelingen van de gevluchte Spaanse joden vooral door een nauwe verbondenheid met hun verleden en om economische redenen naar Spanje gaan.

De ruim vierduizend joden maken maar een klein deel uit van de in totaal 3,5 miljoen Sefardische Joden. Eerder dit jaar gaf Spanje nog aan ruim 200.000 burgerschap-aanvragen te verwachten.

Veel Spaanse joden kwamen na 1492 terecht in Portugal. Toen ook daar het jodendom werd verboden, vluchtten ze onder meer naar Antwerpen. Toen die stad in 1585 werd veroverd door Spaanse troepen, kwamen veel Sefardische joden in Nederland terecht.