Leenstelsel deert studentenverenigingen niet

Studentenverenigingen hebben dit jaar iets meer inschrijvingen van nieuwe studenten gekregen dan vorig jaar, ondanks de invoering van het leenstelsel. Het aantal 'nuldejaars', zoals ze in studentenjargon heten, steeg met 1,2 procent tot 9885. Dat meldt de Landelijke Kamer van Verenigingen, die de 48 grootste gezelligheidsverenigingen vertegenwoordigt.

Met ingang van dit studiejaar krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs meer, maar moeten ze hun studiefinanciering helemaal lenen. Verwacht werd dat de gezelligheidsverenigingen daardoor een tik zouden krijgen, want als borrelen en feesten tot studievertraging leidt, loopt de studieschuld nog verder op.

Aangenaam verrast

De Landelijke Kamer van Verenigingen is daarom aangenaam verrast door de stijging. Voorzitter Floris-Jan ter Bruggen geeft als mogelijke verklaring dat verenigingen "steeds beter inspelen op het huidige studieklimaat". Ze bieden bijvoorbeeld tentamentrainingen en bijlessen aan, en sommige verenigingen hebben een mentorsysteem om jongere studenten door hun opleiding te loodsen.

Verder zegt hij dat persoonlijke ontwikkeling steeds belangrijker wordt, waardoor studenten ondanks de opgelopen studiedruk nog steeds lid willen worden van een vereniging.

Later lid worden

Een andere verklaring zou kunnen zijn dat studenten steeds vaker pas in hun tweede studiejaar lid worden van een vereniging, zodat ze zich het eerste jaar helemaal op hun studie kunnen storten. Dat zou betekenen dat de invloed van het leenstelsel pas volgend jaar zichtbaar wordt in het aantal inschrijvingen. De huidige tweedejaarsstudenten krijgen immers nog gewoon een basisbeurs.

Ter Bruggen kan niet zeggen hoe groot dit effect zal zijn, omdat niet bekend is hoeveel studenten in hun eerste studiejaar lid worden en hoeveel in hun tweede jaar. Hij herkent de trend van later lid worden wel, maar cijfers daarover zijn volgens hem niet beschikbaar.