WK rugby terug naar de oorsprong
Pas voor de achtste keer in de historie staat de komende weken het WK rugby op het programma. Zonder Nederland (uiteraard), maar mét enkele klassieke grootmachten en de William Webb Ellis-trofee als heilige graal.
Op 18 september begint editie acht, in Engeland, het land waar rugby volgens de overlevering is ontstaan. Met onder andere titelverdediger Nieuw-Zeeland, oud-kampioenen Zuid-Afrika en Australië, Schotland (met de Nederlander Tim Visser) en teams uit Samoa, Fiji en Tonga.
Mondiaal is rugby een van de grootste sporten, maar in Nederland heeft de sport een marginale status. Het lukte Oranje dan ook nog nooit om zich te kwalificeren voor het WK. Het toernooi wordt gespeeld volgens de bekendste variant van het spel: rugby union, waarbij elk team vijftien spelers telt.
Korte historie
De organisatie van het WK 2015 heeft naast de elf speelsteden ook nog een twaalfde stad opgenomen in het programma: de plaats Rugby. Daar was het waar, volgens de legende, William Webb Ellis in 1823 tijdens een potje voetbal op school voor het eerst de bal oppakte en ermee wegrende. Het was het begin van de rugbysport.
In Rugby wordt niet gespeeld, maar de organisatie wil de historie van de sport graag benadrukken. De beker waar de teams de komende weken om strijden, heet niet voor niets de William Webb Ellis-trofee, vernoemd naar de man uit Rugby.
Favoriet Nieuw-Zeeland
Het allereerste WK was in 1987 en werd gehouden in Nieuw-Zeeland en Australië met zestien landen. Gastland Nieuw-Zeeland, waar rugby de nationale sport is en waar het nationale team de bijnaam The All Blacks draagt, versloeg in de finale Frankrijk en werd de eerste wereldkampioen.
The All Blacks, altijd favoriet op een WK rugby, zouden daarna steeds naast de wereldtitel grijpen. Nieuw-Zeeland stond nog wel één keer in de finale (in 1995), maar winnen deed het land niet meer. Tot het vorige WK. In 2011 werd het team eindelijk weer wereldkampioen door in de finale, net als in 1987, Frankrijk te verslaan.
Mandela, rugby en apartheid
Naast Nieuw-Zeeland zijn Australië en Zuid-Afrika landen die een rijke traditie kennen in het rugby. Terwijl de Springbokken, de bijnaam van het Zuid-Afrikaanse nationale team, de eerste twee edities niet mochten meedoen aan het WK door de internationale sportboycot vanwege het apartheidsregime.
1995, het jaar waarin rugby werd geprofessionaliseerd, werd dan ook een memorabel jaar. Er ging niet alleen een streep door de boycot tegen Zuid-Afrika, het land mocht ook meteen het WK organiseren. Zuid-Afrika bereikte prompt de finale, waarin topfavoriet Nieuw-Zeeland de tegenstander was.
Het thuisland won, waarna de ceremonie na afloop uitgroeide tot een moment dat het officiële einde van de apartheid symboliseert.
Groter dan alleen sport
President Nelson Mandela reikte de William Webb Ellis-trofee uit aan aanvoerder Francois Pienaar. "Dat had zo'n impact", vertelt de aanvoerder van de Springbokken twintig jaar later. "Het was de eerste keer dat iedereen in Zuid-Afrika samen juichte, het werd het WK van de eenwording."
Volgens Pienaar was dat moment dan ook groter dan sport. "Mandela zei: bedankt voor wat je gedaan hebt voor Zuid-Afrika. Ik kon dat niet geloven en zei: bedankt voor wat u gedaan hebt voor het land."
Verhalen genoeg op WK rugby
Het is nog altijd een van de meest memorabele momenten uit de rugbygeschiedenis. Maar ook in de jaren daarna bleven de WK's genoeg verhalen opleveren. Australië was in 1999 het eerste land dat twee keer wereldkampioen werd, vier jaar later was er voor de eerste (en laatste) keer een Europese winnaar: Engeland.
Zuid-Afrika won in 2007 voor de tweede keer en op de vorige editie was Nieuw-Zeeland weer de sterkste. En kan dus dit jaar het eerste land zijn dat de titel prolongeert. Op 31 oktober zal duidelijk zijn of Nieuw-Zeeland daarin geslaagd is.
Wereldkampioenen rugby
Jaar | Land |
1987 | Nieuw-Zeeland |
1991 | Australië |
1995 | Zuid-Afrika |
1999 | Australië |
2003 | Engeland |
2007 | Zuid-Afrika |
2011 | Nieuw-Zeeland |