Meer koopkracht voor vrijwel iedereen, ook voor jou?
Vrijwel iedereen gaat er volgend jaar op vooruit in koopkracht. Dat zegt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), dat heeft doorgerekend wat de kabinetsplannen betekenen voor de koopkracht van verschillende soorten huishoudens. Sinds 2008 waren er niet meer zoveel huishoudens die hun koopkracht zien stijgen, zegt het Nibud.
Werkenden met kinderen profiteren
Stellen met kinderen, waarbij beide partners werken, zien hun koopkracht flink stijgen. Ze gaan er al snel 3 tot 4 procent op vooruit. Ze profiteren onder meer van een hogere inkomensafhankelijke combinatiekorting en het kindgebonden budget.
Bijstandsgerechtigden profiteren niet
Mensen in de bijstand gaan er in het algemeen niet op achteruit, maar ook niet op vooruit. En volgens het Nibud heeft deze groep na jaren van inleveren wel behoefte aan meer koopkracht.
Wisselend beeld voor gepensioneerden
Gepensioneerden profiteren minder dan werkenden van belastingverlagingen. Mensen met een aanvullend pensioen van 2000 euro en hoger gaan erop achteruit. Dat komt onder meer doordat ze meer betalen aan de inkomensafhankelijke zorgpremie.
Gemiddelde koopkrachtstijging 1,4 %
Eerder vandaag kwam het ministerie van Sociale Zaken al met eigen cijfers over de koopkracht. Daarin komt naar voren dat vijf op de zes huishoudens er in 2016 op vooruitgaan. Een op de zes gaat erop achteruit. Gemiddeld stijgt de koopkracht voor huishoudens met 1,4 procent.
Vooral werkenden hebben meer te besteden volgend jaar. Hun koopkracht gaat er gemiddeld 2,6 procent op vooruit. Gepensioneerden en mensen met een uitkering blijven daar duidelijk bij achter, hun koopkracht stijgt gemiddeld met 0,2 procent.
Koopkrachtontwikkeling in 2016 volgens Ministerie van Sociale Zaken
Soort huishouden | Inkomen en samenstelling | Procent | Euro (netto per maand) |
Alleenverdiener met kinderen | modaal (€ 2100 netto per maand) | 1,8 % | ca. € 38 |
2 keer modaal | 0,5 % | ca. € 17 | |
Tweeverdieners | modaal + half modaal met kinderen | 3,7 % | ca. € 75 |
2 keer modaal + half modaal met kinderen | 2,2 % | ca. € 95 | |
modaal + modaal zonder kinderen | 2,8 % | ca. € 101 | |
2 keer modaal + modaal zonder kinderen | 1,7 % | ca. € 74 | |
Alleenstaande | minimumloon (€ 1300 netto per maand) | 5,3 % | ca. € 75 |
modaal | 2,8 % | ca. € 59 | |
twee keer modaal | 1,0 % | ca. € 36 | |
Alleenstaande ouder | minimumloon (€ 1300 netto per maand) | 4,3 % | ca. € 56 |
modaal | 4,0% | ca. € 84 | |
Mensen met een uitkering | echtpaar met kinderen | 0 % | € 0 |
alleenstaande en alleenstaande ouder | 0 % | € 0 | |
Gepensioneerde | alleen AOW (€ 1059 netto per maand) | 0,8 % | ca. € 8,50 |
AOW + € 10.000 bruto pensioen per jaar | 0,1 % | ca. € 2,00 | |
Gepensioneerd echtpaar | alleen AOW (twee keer € 730 netto per maand) | 0,3 % | ca. € 5,00 |
AOW + € 10.000 bruto pensioen per jaar | 0,1 % | ca. € 2,30 |