NOS Nieuws

Met nieuw speeltje van DNB draaien aan knoppen van de economie

De economie is een wonderlijk samenspel van mensen, markten, bedrijven, politiek, omstandigheden en ontwikkelingen. Het is een complex raderwerk waarin allerlei tandwielen bewegen en in elkaar grijpen: of de economie groeit of krimpt, consumenten meer of minder uitgeven, er meer of minder banen bijkomen, werk of geen werk, veel of minder inkomen, een groeiend of afnemend tekort van de overheid.

Sommige zaken hebben we zelf in de hand, andere niet of veel minder. Op de wereldhandel, de olieprijs of de beurs hebben we geen invloed, op huizenprijzen iets meer, op pensioenpremies en lonen veel meer. Door politieke keuzes draai je aan allerlei knoppen van de Nederlandse economie en kunnen we de economie de goede of gewenste kant op duwen.

Versimpeld

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft sinds vanochtend een tool beschikbaar, Delfi, waarin iedereen zelf aan de knoppen kan draaien en zien wat het doet met de economie. De tool is gebaseerd op het Delfi-model dat DNB zelf gebruikt voor de halfjaarlijkse economische ramingen, maar dan flink versimpeld.

Het is spelen met elf belangrijke parameters van de economie: de wereldhandel, olieprijs, rente, eurokoers, overheidsbestedingen, belastingen, arbeidsmarkt, lonen, pensioenpremies, aandelen en de huizenprijzen. Omhoog of omlaag, meer of minder, korte of lange tijd. Met een druk op de knop zie je wat het doet met de economische groei, de consumptie, de werkloosheid, de import en export of de overheidsschuld.

Wat als

Stel, de wereldhandel loopt terug omdat de Chinese economie inzakt. Twee procent minder groei betekent dat de Nederlandse economie ongeveer een half procent minder groeit. Consumenten geven minder uit, bedrijven schroeven de investeringen terug, de import en de export dalen en de werkgelegenheid neemt af.

Als je bijvoorbeeld de belastingen verlaagt, houden mensen netto meer geld over en stijgt de consumptie. Dat is goed is voor de winkeliers, die meer verdienen en dus meer belasting afdragen. Bovendien is er meer personeel nodig en dus daalt de werkloosheid. De industriële productie wordt opgevoerd en er wordt meer geïmporteerd, wat meer werk en drukte geeft in bijvoorbeeld de Rotterdamse haven.

Of als de olieprijs stijgt, wordt energie en benzine duurder. Duurdere brandstof drijft de inflatie, het gemiddelde prijspeil, op. En als dingen duurder worden dan worden we doorgaans zuiniger en geven minder of selectiever geld uit. Dus de consumptie daalt en dat voelen de winkeliers.

Wat als de huizenprijzen met 5 procent stijgen? Dan groeit de economie de komende drie jaar met 0,2 procent extra. Consumenten geven 0,8 procent meer uit, want hun huis is meer waard en dus zijn de financiële reserves groter of de schuld minder. Er zal meer geïnvesteerd worden in woningen en dat is goed voor keukenboeren, meubelwinkels en de aannemers.

Voorspeller

De tool is geen voorspeller, maar laat vooral zien hoe economische mechanismen werken. Hoe veranderingen in de ene hoek van de economie positief uitpakken, maar een negatief of geen enkel effect hebben elders.

Het spelen met de economie moet het begrip vergroten, denkt DNB, en is vooral voor leerlingen, studenten en docenten interessant. En voor een ieder die zijn eigen Prinsjesdag wil organiseren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl