'Meer hulp nodig om passend onderwijs waar te maken'

Silvia de Weerd heeft haar handen vol aan groep 3 van basisschool Slingerbos in Diepenveen. Het is een klas met dertig leerlingen, van wie er vijf bijzondere aandacht nodig hebben.

Dat zou geen probleem meer mogen zijn, sinds vorig jaar het passend onderwijs is ingevoerd. Dat houdt in dat scholen de plicht hebben om kinderen met leerproblemen extra te helpen. Op die manier hoeven minder leerlingen naar het speciaal onderwijs.

Juf Silvia vindt dat "ideologisch erg mooi", maar het werkt niet. Daarmee onderschrijft ze de conclusie van Kinderombudsman Marc Dullaert dat lang niet alle kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben. "Ik gun ieder kind dat ze aangepast onderwijs krijgen", zegt de onderwijzeres. "Maar in de praktijk zitten er nog veel haken en ogen aan."

Leesles

Ook andere groepen op de basisschool zitten met de handen in het haar. Van de 386 leerlingen op Slingerbos, hebben er 50 speciale aandacht nodig. "Passend onderwijs moet ook voor de scholen passend zijn en dat is het niet", zegt directeur Rob Eykelenkamp. Hij pleit ervoor dat zijn school meer ruimte krijgt om de klassen kleiner te maken en voor ondersteuning door onderwijsassistenten. "We lopen nu tegen de grenzen aan."

Sylvia de Weerd doet wat in haar bereik is om er het beste van te maken. "Neem een leesles. Die duurt drie kwartier. Ik moet heel goed nadenken hoe ik de tijd indeel en intussen alle kinderen de aandacht geef die ze nodig hebben. Dat vergt heel veel voorbereiding."

De vijf leerlingen in haar groep die extra aandacht nodig hebben, krijgen elke week een half uur hulp van een begeleider. "Een half uur, maar ik heb ze een hele week in de klas. We hebben meer handen nodig en die krijgen we niet."