Astronaut Harrison Schmitt verzamelt een grondmonster tijdens de Apollo 17-missie
NOS Nieuws

Maanmonsters NASA verbrokkelen

Een deel van de grondmonsters die in de jaren 60 en 70 door Amerikaanse astronauten van de maan naar de aarde zijn meegenomen, is langzaam aan het vergaan. Dat blijkt uit onderzoek naar twintig maanmonsters. De resultaten zijn gepubliceerd in Nature.

Van de 382 kilo maangrond en stenen die tijdens het Apollo-project zijn verzameld, is 83 procent in stikstof opgeslagen in Houston. Dat materiaal is nog nooit onderzocht. De twintig monsters die wel zijn geanalyseerd komen uit het overige maanmateriaal dat in verschillende laboratoria wordt bewaard.

'Tot stof vergaan'

De onderzoekers hebben met lasertechnieken gemeten hoe groot de deeltjes zijn waaruit die monsters bestaan. De resultaten hebben ze vergeleken met gegevens uit de jaren 70, toen de ze voor het eerst werden gemeten.

Uit die vergelijking blijkt dat de deeltjes nu gemiddeld veel kleiner zijn dan veertig jaar geleden. "Je zou kunnen zeggen dat de Apollo-monsters letterlijk tot stof vergaan", aldus onderzoeksleider Bonnie Cooper van de Hanyang Universiteit in Zuid-Korea.

De Genesis Rock, een van de belangrijkste tijdens het Apollo-project gevonden maanstenen

Het verval van de maanmonsters is waarschijnlijk te wijten aan waterdamp, zeggen de wetenschappers. Daardoor zijn er poriën ontstaan in het materiaal waardoor de stukjes maan langzaam steeds verder verbrokkelen.

International Space Station

Volgens Cooper is het mogelijk dat zelfs het onaangeroerde maansteen in Houston door de jaren heen te lijden heeft gehad. De enige manier om er zeker van te zijn dat het materiaal in zijn oorspronkelijke staat bewaard blijft, is door het niet naar de aarde te brengen, stelt de onderzoeksleider.

"We hebben een plek als het International Space Station nodig waar we de monsters buiten het station zouden kunnen opslaan. Nieuwe maanstenen en materiaal uit andere delen van het zonnestelsel zouden daar veel minder risico lopen op aantasting."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl