Pensioenfondsen hoeven pensioenen niet te verlagen

De pensioenfondsen hoeven de pensioenen komend jaar niet te verlagen om hun financiële situatie te verbeteren. Dat zegt toezichthouder De Nederlandsche Bank.

Wel hadden 155 van de 350 pensioenfondsen een te lage dekkingsgraad. Zij moesten een herstelplan inleveren bij de toezichthouder.

DNB keurde één herstelplan af. Dat pensioenfonds moet een nieuw plan schrijven. De andere 154 herstelplannen voldoen wel aan de eisen.

Nog zorgen

Dat er geen kortingen nodig zijn, betekent niet dat de zorgen over de pensioenfondsen voorbij zijn. Slechts 20 procent van de fondsen verwacht de pensioenen dit jaar geheel of gedeeltelijk te kunnen laten meegroeien met de lonen en de prijzen. Tweederde van de pensioenfondsen verwacht dat pas rond 2018 te kunnen doen.

Ook is nog maar de vraag of de verwachtingen in de herstelplannen echt kunnen worden waargemaakt. Het herstel moet namelijk voornamelijk komen uit de rendementen uit aandelen en de investeringen. De plannen die begin dit jaar zijn ingediend gaan daarbij gemiddeld uit van een rendement van 4,7 procent.

De afgelopen weken hebben de fondsen juist verliezen geleden op de beurs. Veel pensioenfondsen lopen daarom waarschijnlijk nu al achter op hun herstelplan.

Ook zijn de nieuwe renteregels nog niet meegerekend in de herstelplannen. Die drukken ook op de financiële positie van de pensioenfondsen.

Meer tijd

Sinds het begin van dit jaar hebben pensioenfondsen meer tijd om de financiën op orde te krijgen. De toezichthouder wil daarvoor een plan van twaalf jaar krijgen van de fondsen. In de herstelplannen staat gemiddeld dat er 6,5 jaar nodig is om weer financieel gezond te worden.

Een extra stok achter de deur is dat pensioenfondsen hooguit vijf jaar onder de vereiste dekkingsgraad mogen zitten. Duurt dat langer dan moeten er toch in één keer radicalere maatregelen worden genomen zoals kortingen. Enkele pensioenfondsen lopen het risico daarmee te maken te krijgen.