Zwarte augustus op Chinese beurs eindigt met verlies

De maand augustus is voor veel beurzen in Azië een zwarte maand geworden. De zorgen over een inzakkende Chinese economie bezorgden de Chinese beleggers de meeste pijn. De beurs van Shanghai raakte nog eens 12,5 procent kwijt, nadat in juni en juli de koersen al met 30 procent gedaald waren. Op de laatste handelsdag van de maand leverde de beurs weer bijna een procent in.

De Japanse Nikkei-index herstelde zich deels van de klappen van vorige week, maar verloor in augustus toch ruim 8 procent. In Hongkong verspeelde de toonaangevende Hang Seng-index deze maand 12 procent.

Beursbubbel

De Chinese beursbubbel begon halverwege juni leeg te lopen. Opgeklopte verwachtingen en goedkoop geld hadden de koersen in een jaar tijd de hoogte ingejaagd. De Shanghai-index was met meer dan 150 procent gestegen.

Twijfels over de exorbitante koersen en tegenvallende cijfers over de Chinese economie leidden tot een enorme koersval, waarbij miljarden aan belegd vermogen in rook opgingen. De Chinese markten worden gedomineerd door kleine beleggers die vaak met geleend geld een gok op de beurs wagen.

De onverwachte devaluatie van de Chinese munt, de yuan, halverwege deze maand wakkerde de vrees aan en zorgde voor een ware uittocht, zowel op de Aziatische beurzen als op de Europese en Amerikaanse beurzen. De devaluatie werd gezien als een poging om de export goedkoper te maken en dus een teken van zwakte van de Chinese economie.

Paniekzaaiers

Ondertussen deed de Chinese overheid zijn best om het vertrouwen van beleggers terug te winnen en de beurskoersen op te krikken. De basisrente werd verlaagd, net als de rente op spaargeld. Goedkoper geld en minder rendement op spaargeld moeten aandelen aantrekkelijker maken. Verder hoeven banken straks minder reservekapitaal aan te houden, zodat ze meer kunnen uitlenen.

Staatsinvesteringsfondsen probeerden de aandelenkoersen te steunen door aandelen op te kopen. In de afgelopen twee maanden hebben ze voor bijna 200 miljard euro aangekocht. De ondersteuning van de koers van de yuan kostte naar schatting ook al bijna 200 miljard. Veel soelaas bood dat allemaal niet.

De meeste recente poging om de beurscrisis te bezweren is het aanpakken en vervolgen van paniekzaaiers. Volgens de overheid zijn de wilde koersbewegingen vooral de schuld van handelaren en media die valse informatie verspreiden en daardoor 'paniek en chaos' veroorzaken.