Archeologische wereld geschokt door moord in Palmyra
De archeologische wereld en de Unesco, de cultuur-organisatie van de Verenigde Naties, zijn geschokt door de moord op Khaleed Asaad. De 82-jarige Syrische archeoloog werd gisteren door IS onthoofd, waarna zijn verminkte lichaam werd opgehangen in de historische stad Palmyra.
Asaad had tot zijn pensionering in 2003 veertig jaar de leiding over de archeologische locatie, waarvan de geschiedenis teruggaat tot het derde millennium voor de christelijke jaartelling. Na zijn pensionering bleef hij wonen in de stad van duizend zuilen, zoals Palmyra ook wordt genoemd, en was hij adviseur van het ministerie voor Oudheden en Musea en bleef hij nauw betrokken bij het beheer van de oudheden in Palmyra, waaronder Romeinse ruïnes die op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staan.
De Unesco is geschokt en bedroefd en veroordeelt deze verschrikkelijke moord, zei directeur Irina Bokova in Parijs. "Ze hebben een groot mens vermoord, maar ze zullen de geschiedenis nooit tot zwijgen kunnen brengen."
Eeuwig
Een woordvoerder van de Syrische archeologische dienst zegt dat Asaads naam voor eeuwig aan Palmyra verbonden zal zijn. "Je kunt niet over die stad schrijven zonder de naam Khaleed Asaad te noemen. Dat zou hetzelfde zijn als schrijven over egyptologie zonder de naam Howard Carter te noemen."
Asaad was bij Palmyra blijven wonen nadat IS de Syrische stad in mei had ingenomen, terwijl hij wist dat hij groot risico liep. Zo was hij betrokken bij het verbergen van honderden kleinere kunstschatten. Wat van waarde was en wat vervoerd kon worden, werd in veiligheid gebracht.
Iedereen ging ervan uit dat IS grote vernielingen zou aanrichten in Palmyra en er kunstvoorwerpen zou roven om ze te verkopen. Asaad werd ongeveer drie weken geleden door IS-strijders gevangengenomen en verhoord en mogelijk ook gemarteld. Voor zover bekend heeft hij niets over de kunstschatten losgelaten.
Afgoderij
IS heeft op veel andere plaatsen oudheden, beelden en gebouwen vernietigd omdat die worden gezien als heidens of als propaganda voor afgoderij.