Snelle Oranjevrouwen jagen op WK-podium

Nog nooit werd er in Nederland zo naar de WK atletiek uitgekeken als dit jaar. In Peking wordt vooral veel verwacht van Dafne Schippers. De Europees kampioene op de 60, 100 en 200 meter geldt als een serieuze medaillekandidaat in de Chinese hoofdstad. Maar de sprintster wil ook op de estafette een prijs pakken.

Nederland staat vierde op de geschoonde wereldranglijst, met de vorm zit het wel goed en dus is Schippers duidelijk in haar ambitie: een finaleplaats en een Nederlands record.

Lastige wissels

Terwijl Dafne Schippers en haar collega's hun baanvak prepareren, zijn anderen druk in de weer met diverse soorten apparatuur. Medewerkers van InnoSportLab Papendal meten wat de atletes laten zien. De metingen geven vooral een beter beeld van het verloop van de wissels. Die moeten volgend jaar tijdens de Olympische Spelen perfect gaan en het zou mooi meegenomen zijn als het onderzoek in Peking al effect heeft.

De wissels zijn van groot belang op de 4x100 meter. Een klein foutje maakt het verschil tussen een medaille en een plekje in de middenmoot of lager. Vooral voor de Nederlandse ploeg is het van groot belang dat dit deel van de estafette goed verloopt. Kopvrouw Dafne Schippers heeft de afgelopen jaren zoveel aan snelheid gewonnen dat het steeds moeilijker wordt om het stokje over te geven.

Uitdaging voor Oranje

Bondscoach Rogier Ummels ziet het niet als een probleem maar eerder als een uitdaging. "Dafne is op dit moment zo goed, dat ze in een paar stappen al erg ver weg is. Daar moet je mee leren omgaan. En je moet als aankomende loopster vertrouwen hebben dat die stok goed overgaat."

Zo goed als het gaat met de Nederlandse atletiek, zo goed gaat het ook met de estafette. Bij de Diamond League-wedstrijden in Londen eindigde het Oranjekwartet als tweede achter Amerika. Met 42,69 seconden bleven Nadine Visser, Dafne Schippers, Naomi Sedney en Jamile Samuel net iets boven het Nederlandse record.

Het succes is te merken op de baan van Papendal, waar de trainingsgeluiden meerdere malen worden overstemd door lachsalvo's. De bondscoach gaat mee in de vrolijkheid en kan zelfs lachen als twee sprintsters het stokje laten vallen. Aan de hand van een video-opname op de tablet laat hij zien dat er tijdens deze wissel ook veel goed ging.

Meerkampsters moeten kunnen sprinten

Nadine Visser is één van de nieuwkomers, maar lijkt al een vaste plek te hebben bemachtigd. In het begin van het seizoen zette ze een snelle tijd neer in Amerika en daarom wees de bondscoach haar aan als startloopster bij de Europa Cup voor landenteams. Dat Visser een meerkampster is, ziet Ummels niet als een probleem.

"Je ziet het ook bij Dafne: meerkampsters moeten ook kunnen sprinten. In feite is dat de basis van je meerkamp. Ze trainen er dagelijks op, je doet er alleen een stokje bij en het handelen van de wissels, daar oefen je op."

Hoewel Nadine Visser de afgelopen twee wedstrijden als startloopster fungeerde, is het nog niet zeker dat ze ook in Peking meedoet. De eerste twee dagen van het toernooi doet ze mee op de zevenkamp en dan is het altijd weer afwachten hoe de 20-jarige atlete daarvan herstelt.

Minimaal de finale

Ummels heeft goede hoop, omdat er vijf dagen ruimte is tussen de zevenkamp en de estafette. Visser wacht gewoon af. Ze geniet in ieder geval volop van haar rol als estafetteloopster en heeft alleen nog wat moeite met de wissels. "Gelukkig mocht ik de laatste twee keer als startloopster beginnen vanuit het blok. Dan is het gewoon keihard aan komen lopen en het stokje geven."

De atletes rekenen op minimaal een finaleplaats, de bondscoach is wat voorzichtiger. "Het gaat altijd eerst om de finale halen. Ze starten de hele week ook op de individuele nummers, maar eenmaal in de finale is alles mogelijk. Als ze doen waar ze goed in zijn, kan er een mooie prestatie uitkomen."