De schade na een bombardement op een markt in juli in Jemen
NOS Nieuws

Amnesty: veel aanwijzingen voor oorlogsmisdaden Jemen

De strijdende partijen in Jemen houden geen rekening met burgers en maken zich mogelijk schuldig aan oorlogsmisdaden. Dat concludeert Amnesty International in een rapport over het land.

Volgens de mensenrechtenorganisatie zitten burgers in het zuiden van het land ingeklemd tussen strijders van de Houthi's en de coalitie die tegen de Houthi's vecht. Er zijn gevechten op de grond en daarnaast lopen mensen gevaar voor luchtaanvallen van de coalitie onder leiding van Saudi-Arabië.

Het onderzoek werd uitgevoerd in de maanden juni en juli. In die periode kwamen bij acht luchtaanvallen zeker 141 burgers om het leven en raakten meer dan honderd mensen gewond. Onder de slachtoffers waren vooral vrouwen en kinderen, schrijft Amnesty.

'Illegale luchtaanvallen'

Volgens de onderzoekers waren de aanvallen in drukbevolkte gebieden zoals een woonwijk, een markt, een school en een moskee. "In de meeste gevallen was er geen enkel militair doel in de buurt", zeggen de onderzoekers.

Als voorbeeld wordt een aanval van begin juli gegeven, waarbij tien leden van een gezin om het leven kwamen. Ze waren aan het schuilen in een school toen juist dat gebouw werd gebombardeerd. Bij een andere aanval die Amnesty illegaal noemt kwamen elf moskeegangers om het leven.

Burgers in frontlinie

Aan de andere kant zouden strijders loyaal aan de Houthi's hun aanvallen vaak bewust beginnen vanuit drukke woonwijken en markten. Volgens Amnesty is dat een schending van de mensenrechten. Burgers komen zo tussen de strijdende partijen in te staan en worden geregeld geraakt door kogels en artillerie.

Een van de burgers zegt tegen Amnesty: "Zij vochten en wij stonden ertussenin. We konden geen enkele kant op."

Amnesty International roept de Verenigde Naties op om een commissie in te stellen die onderzoek doet naar de mogelijke oorlogsmisdaden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl