Meer opdrachten in de woningbouw

Het gaat weer iets beter met de woningbouw in Nederland. Voor het eerst in twee maanden steeg de hoeveelheid ingepland werk in juni weer, blijkt uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).

De opdrachten die bouwbedrijven op dat moment hadden uitstaan, waren gemiddeld goed voor acht maanden werk. Dat is zo'n zes werkdagen meer dan in de maand mei. De bouw trekt sinds eind 2012 langzaam maar zeker aan. Eind 2012 lag voor 5,3 maanden werk op de plank, begin dat jaar steeg dat naar zeven maanden en nu ligt het op acht maanden.

De orderportefeuille voor andere gebouwen, zoals kantoorpanden, bleef gelijk op 7,1 maanden. Ook de werkvoorraad in de grond- en waterbouw nam wat toe. Werk aan de wegen blijft daarbij achter en daalde met twee tiende maand naar vijf maanden.

Normaal

De opleving in met name de woningbouw heeft vooral te maken met het feit dat er meer bouwvergunningen zijn afgegeven, zegt Martin Koning van het EIB. Meer vergunningen vertalen zich in meer bouwopdrachten.

De EIB baseert de cijfers op een conjunctuurmeting die het instituut in juli in opdracht van de Europese Commissie uitvoerde. Daarbij werden ruim 400 aannemingsbedrijven met meer dan tien man personeel ondervraagd.

Het merendeel van deze bedrijven liet ook weten dat ze geen stagnatie van het werk merken. Zeven op de tien vinden de huidige hoeveelheid opdrachten normaal.