Renners niet meer in de rij voor rondje om de kerk
Het is dé kans om Tourhelden van dichtbij te bewonderen: de criteriums in de week na de Tour de France. Vroeger was het voor de fans smullen geblazen en dat is het nog altijd. Maar wel op een andere manier: de internationale toppers zijn amper te vinden in Nederland.
Oud-renner John van den Akker is tegenwoordig wielermakelaar. Zijn taak is de toppers na de Tour naar ons land te krijgen. Ook hij merkt dat het moeizamer gaat dan voorheen. "De salarissen van de renners zijn enorm gestegen de laatste jaren, terwijl de budgetten van de criteriums gelijk zijn gebleven of zelfs minder zijn geworden."
Toppers willen niet meer
"De toprenners willen niet meer anderhalve week lang criteriums rijden. Ze kiezen er een paar uit of zelfs helemaal niets. Ze willen rust hebben na de Tour of het past niet in het programma van de ploeg", vertelt Van den Akker.
De makelaar had alles op alles gezet om sprintkoning André Greipel richting Nederland te halen. "Maar Greipel wilde gewoon geen criterium rijden. Ik heb alles uit de kast gehaald, heb het bod zelfs driemaal verhoogd, maar het mocht niet baten."
Ook zijn Belgische collega Roland Descheemaeker, organisator van het criterium in Antwerpen, heeft onderhandeld met Greipel. "Voor de Tour kostte hij 8.000 euro. Per ritoverwinning is daar 2.000 bijgekomen. Daarnaast moet je ook nog extra kosten betalen omdat het een buitenlander is. En dan vergeet ik nog bijna de btw. In totaal zit je dan op zo'n 20.000 euro."
Voorkeur aan Nederlandse vedettes
Maar waar Tourwinnaar Chris Froome en groenetruiwinnaar Peter Sagan slechts een keer in Nederland rijden, starten ze meerdere malen in België. De oorzaak is simpel: geld. De organisatoren van de criteriums in Nederland kiezen liever voor veel toppers van eigen bodem, dan een enkele wereldtopper.
"Wij hadden Robert Gesink, Bauke Mollema en Wout Poels weg kunnen laten, dan hadden we de gele trui gehad", laat Pierre Hermans weten. Hij organiseert het criterium van Boxmeer. "Maar wij geven de voorkeur aan de Nederlandse toppers."
Dure Boom
Volgens De Scheemeaker vragen de Nederlandse renners ook te veel geld. "Als je ziet wat die Nederlanders kosten, dan is het budget al snel op, ja. Voor Lars Boom betaal je 4.000 euro, terwijl hij een mislukte Tour heeft gereden."
De organisator trekt de vergelijking met veldrijder Sven Nys. In België zetten ze namelijk niet alleen in op Tourrenners. Nys wordt gezien als de keizer van het Belgische veldrijden en is onder meer tweevoudig wereldkampioen. Om hem aan de start van een criterium te krijgen, betaal je 3.700 euro. Driehonderd minder dan Boom. "Straf hè?"
Tot slot wil de Belg ook wel verklappen wat de toppers ongeveer krijgen voor een 'rondje om de kerk'. Froome zou zo'n 35.000 euro kosten en voor Sagan is 32.500 euro genoeg. Ter vergelijking: de gehele Lotto-Jumboploeg verdiende tijdens deze Tour net iets meer dan 40.000 euro.
Nederlanders genieten
Voor de Nederlandse renners blijft het aantrekkelijk om te rijden in Boxmeer. In financieel opzicht, maar er komt ook sentiment bij kijken. Wout Poels: "Boxmeer is zowat in mijn achtertuin. Ik kom hier met trainen bijna elke dag doorheen."
Ook voor Robert Gesink is het geen straf om het criterium te rijden. "Als je ziet wat het losmaakt qua publiek, daar doe je het toch ook een beetje voor."