Bouterse wil meewerken aan waarheidsvinding Decembermoorden
Door correspondent Harmen Boerboom
De Surinaamse president Desi Bouterse wil meewerken aan waarheidsvinding ten aanzien van de Decembermoorden van 1982. Hij schrijft dat aan een van de nabestaanden, de publicist Sandew Hira.
Bij de Decembermoorden, op 8 december 1982, werden vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Bouterse in Fort Zeelandia om het leven gebracht. Onder hen was ook de broer van Sandew Hira, John Baboeram.
Tot nu toe heeft Bouterse steeds geweigerd zich te verantwoorden voor de moorden. Verder werd in 2012 onder zijn bewind een amnestiewet aangenomen, waarna het proces tegen hem en zijn medeverdachten stil kwam te liggen.
Hira deed vorige week in een column een oproep aan Bouterse om mee te werken aan waarheidsvinding. Dat zou moeten gebeuren door "een uitgebreid en diepgaand interview".
Zwarte bladzijde
President Bouterse schrijft nu in een brief dat hij ingaat op dat "evenwichtige" voorstel. "Bij deze wil ik u zeggen dat ik uw voorstel accepteer om door waarheidsvinding deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis om te slaan", schrijft Bouterse. "Net als voor u zal dit ook voor mij een emotionele tocht zijn. Maar Suriname heeft recht op de waarheid, recht op afsluiting en verwerking, zodat we samen als natie verder kunnen."
Het Surinaamse staatshoofd schetst in zijn brief aan Hira de situatie van de jaren 80 en de tegenkrachten die er tegen zijn militaire regime ontstonden.
"Ik had nimmer kunnen bevroeden hoe gevaarlijk het was om aan de macht te zijn. Keer op keer werden kwade plannen, tegencoups, inmenging van buitenlandse inlichtingendiensten, onheilspellende geweldscenario's, aanslagen door huurmoordenaars en infiltranten van buiten, tegen mij en getrouwen beraamd en sommige ook in uitvoering gebracht."
Nederland
Bouterse verwijst ook naar de betrokkenheid van Nederland in de strijd tegen zijn regime. Hira zegt in zijn column indertijd benaderd te zijn door het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken om in samenwerking met de CIA deel te nemen aan de gewapende strijd tegen de toenmalige dictator. Hira weigerde dat. Bouterse noemt Hira in zijn brief om die reden "een patriot".
Het staatshoofd schrijft verder: "Ik zeg u eerlijk, ik begreep het niet, wij begrepen het niet. Ik had nimmer andere intenties dan alleen een beter Suriname te scheppen. Hoe, wist ik nog niet helemaal. Ik wist wel dat het moest! Wij waren allen militairen en hebben ons verdedigd waar het moest en waar het niet anders kon, vaak met dezelfde middelen als zij die ons koste wat het kost wilden verwijderen."
Bouterse zegt dat de aanvaarding van Hira’s voorstel mede is ingegeven door zijn besef dat hij president moet zijn voor de gehele Surinaamse bevolking. “Ik kan me nauwelijks een voorstelling maken hoe het voor de nabestaanden moet zijn om mij in deze positie te zien.” Bouterse noemt het voorstel van Hira uniek en evenwichtig, "gericht op oplossing om samen als volk verder en beter te kunnen leven".
"Zal het waar zijn dat niets voor zijn tijd komt? Misschien is dit dan het moment", aldus president Bouterse.