Post van NASA: vanmiddag zijn we uitgenodigd voor een telefonische vergadering met vier wetenschappers van het Kepler-programma. Superspannend, want er schuiven een data-analist, een professor astrofysica, een belangrijke onderzoeker en een administrator aan.
Maar waarom wij echt op het puntje van onze stoel zitten was deze zin in het mailtje: "Vandaag staan we op het punt om iets te vinden waar mensen al duizenden jaren over dromen: een tweede aarde."
Werd tijd
Laat dat nou precies zijn waar de Kepler-satelliet voor is bedoeld. De enorme ruimtetelescoop tuurt al sinds 2009 de hemel af op zoek naar nieuwe planeten.
Dat doet de telescoop door de lichtsterkte van sterren te meten. Als er een dipje in de lichtsterkte zit, kan Kepler dat zien. Dan zou er wel eens een planeet voor de ster kunnen schuiven. Door 145.000 sterren tegelijk goed in de gaten te houden, heeft Kepler al meer dan duizend nieuwe planeten ontdekt.
Duizend klinkt leuk, maar eigenlijk zijn we maar naar één planeet op zoek. Eentje die lijkt op de onze: een tweede aarde. Daarom letten de wetenschappers extra op planeten in de 'leefbare zone', die draaien op precies de juiste afstand om hun ster. Daardoor is het er niet te koud of te warm, net als bij ons. Tot nu toe zijn er elf van dat soort planeten gevonden.
UPDATE:
De persconferentie heeft plaatsgevonden en het beestje heeft een naam: de planeet heet Kepler-452b. Hij is dus vernoemd naar de ruimtetelescoop die 'm ontdekte en is ongeveer anderhalf keer groter dan de aarde.
Astronomen noemen het een belangrijke stap. De ontdekking van een 'echte' tweeling van de aarde komt dichterbij, maar zover is het nog niet, zegt de Amerikaan Phil Plait.