Toekomst vrouwenrugby op weegschaal NOC*NSF
"We zijn ingehaald." Die wrange constatering doet bondscoach Chris Lane na na het missen van olympische kwalificatie met de Nederlandse rugbyvrouwen. De toekomst is ongewis.
Oranje behoorde in 2011 nog tot de top in het Rugby Sevens en voerde met het oog op de Spelen in Rio als eerste land een fulltime programma in. Dat gaf een voorsprong, maar de concurrentie zat niet stil en voerde hetzelfde beleid als Nederland.
"Australië is in anderhalf jaar enorm gegroeid en dat zie je ook in de rest van de wereld. Zij hebben ons ingehaald", concludeert Lane, die Nederland zondag als vierde zag eindigen op een kwalificatietoernooi in Portugal. Een plek bij de eerste drie was noodzakelijk. Missie mislukt.
Geen garanties
"Garanties heb je natuurlijk niet bij topsportprogramma's", zegt technisch directeur Maurits Hendriks van het NOC*NSF. Hij noemt shorttrack en atletiek als succesverhalen. "Dat zijn programma's waar we jaren geleden in hebben geïnvesteerd."
Australië is in anderhalf jaar enorm gegroeid en dat zie je ook in de rest van de wereld. Zij hebben ons ingehaald.
"Je hebt geen garanties. Maar ik vind het ook van belang dat we de kans geven aan nieuwe sporten. En daar dan - als er een goed plan is en er is prestatiepotentie - met z'n allen in te investeren", aldus Hendriks.
Financiële ondersteuning
In september wordt duidelijk of het NOC*NSF de Nederlandse rugbyvrouwen dezelfde financiële ondersteuning blijft geven. Zo niet, dan is het rugby terug bij af.
"Dit programma is ooit gestart zonder geldkraan en met een hoop enthousiaste vrouwen en meiden, die dit gewoon wilden doen", zegt aanvoerster Anne Hielckert. "Die hebben het ver geschopt, dus waarom beginnen we daar niet weer mee?"