Ten Dam wil er nog één jaar alles voor doen
Er verschijnt nog altijd een twinkeling in zijn ogen als hij over de Tour de France van 2014 mag praten. De ronde waarin hij, Laurens ten Dam, met de besten mee omhoog fietste en uiteindelijk zijn droom zag uitkomen; bij de beste tien eindigen.
Dit jaar zal dat de 34-jarige klimmer niet lukken. Mede door een valpartij in de eerste week, waarbij zijn schouder uit de kom raakte, staat hij 64ste in het algemeen klassement op ruim anderhalf uur van leider Chris Froome. En sinds vrijdag heeft hij last van bronchitis.
"Het gaat niet zo goed. Ik heb twee dagen gigantisch afgezien. Ik ben astmatisch en ik denk dat ik in de Pyreneeën, op Plateau de Beille, iets heb opgelopen." Sinds vrijdag krijgt hij daar medicijnen voor. "Ik zit al drie dagen aan de antibiotica. Ziek rondrijden in de Tour is niet leuk."
Helpen in de Alpen
De Tour was het hoofddoel voor Ten Dam dit jaar. "Ik heb nog twee dagen voor de eerste Alpenrit. Ik heb er hard voor getraind. Ben na de Ronde van Zwitserland nog vier dagen in de Alpen geweest om alle ritten te zien, te verkennen. Maar nu... Het is een andere focus dan vorig jaar. Dat de Tour nu zo verloopt, is gewoon klote."
Hij zet een succesje in de Alpen echter nog niet uit zijn hoofd. "Ik denk dat ik nog wel kan helpen in de Alpen. Normaal duurt het een week voordat je weer beter bent hiervan. Ik heb er sinds vrijdag last van." Zaterdag finisht de twintigste en voorlaatste etappe op Alpe d'Huez.
Een winter in Spanje wonen
In Studio Tour mijmerde Ten Dam maandag ook openlijk over een leven ná het wielrennen. "Een dokter van de ploeg zei dit voorjaar tegen me: aan het einde van je carrière hoef je soms niet meer zo hard te zijn voor jezelf." Maar aan stoppen wil Ten Dam nog even niet denken. "Of dit mijn laatste Tour is? Nee. Ik wil er sowieso nog één jaar alles voor doen."
Ten Dam heeft het er thuis over gehad. "Ik heb het met mijn vrouw besproken. We gaan een winter in Spanje wonen, zodat ik dan wat minder bronchitis oploop. En dan volgend jaar er alles aan doen wat ik kan." En daarna? "Dat zien we dan wel. Ik wil het per jaar bekijken."
