150 jaar sinds de eerste Matterhorn-beklimming
Voor de Italianen heet hij Monte Cervino, de Zwitsers noemen hem de Matterhorn. Het is voor alpinisten een van de meest uitdagende bergen in de wereld, technisch ingewikkeld. Vandaag precies 150 jaar geleden werd hij voor het eerst tot de top beklommen.
En dat wordt groots gevierd in het bergdorpje Zermatt, aan de voet van de Matterhorn. In 1865 werd het dorpje in een klap bekend, toen een Engelsman de top had bereikt. Nog altijd pronken de inwoners graag met 'hun' Matterhorn.
Rond de berg zijn daarom allerlei historische en culturele evenementen, zoals een openlucht-theaterstuk met het verhaal van de eerste beklimming. Daarnaast wordt de Hörnlihütte opnieuw geopend na een grondige renovatie; een historische hut die wordt gezien als 'de poort' naar de piek. Ook hebben honderden vrijwilligers de originele route naar boven verlicht.
Er waren rond 1865 al heel wat pogingen gedaan om de Matterhorn te beklimmen, maar zonder succes. Het zou Edward Whymper zijn geweest die samen met zes anderen klimmers op de top wist te komen. En daar ging een flinke concurrentiestrijd aan vooraf.
Whymper moest het opnemen tegen de Italiaan Jean-Anoine Carrel. In een poging om de top als eerste te bereiken deden beide klimmers op dezelfde dag een aanval op de berg; Whymper via de 'normale' route, de zogeheten Hörnligraat vanuit Zermatt. Carrel nam een alternatieve, moeilijkere route.
Whymper won dus, maar hij kon niet heel lang genieten van zijn overwinning. Tijdens de terugtocht stortten vier bergbeklimmers langs de steile noordwand naar beneden. Lange tijd daarna mocht de berg niet beklommen worden, het was te gevaarlijk.
Inmiddels is de Matterhorn met een hoogte van bijna 4500 meter, een van de bekendste bergen ter wereld. Elk jaar beginnen zo'n 2500 alpinisten aan de beklimming, van wie er 1500 daadwerkelijk aankomen en tien het leven verliezen. Hiermee is de Matterhorn ook meteen een van de dodelijkste bergen in de Alpen.