Hbo'ers vinden iets sneller een baan
Jongeren die een opleiding hebben afgerond aan het hbo hebben iets meer kans om een baan te vinden dan in eerdere jaren. Voor mbo'ers is dat nog niet het geval.
Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de universiteit Maastricht vroeg ruim 26.000 jongeren, anderhalf jaar na afronding van hun opleiding, of ze een baan hadden.
In 2013 was nog 8 procent van de hbo-afgestudeerden werkloos. Dat is volgens de nieuwste cijfers gedaald naar 7 procent. Christoph Meng, onderzoeker bij het ROA, zegt dat relatief veel jongeren 'kleine' baantjes hebben, van minder dan twaalf uur per week. "Deze jongeren zijn kwetsbaar omdat ze financieel niet zelfstandig zijn. Sinds het begin van de crisis is deze groep alleen maar groter geworden."
Kleine baantjes
Meng is voorzichtig positief over de uitkomsten van het onderzoek. "Het lijkt erop dat de crisis ook op de hogescholen ten einde is. Ik zie een aantal lichtpuntjes, maar met name voor mensen die van het mbo komen is het nog steeds lastig."
Vooral mbo'ers die meer op school hebben gezeten dan stage hebben gelopen, de zogenoemde beroepsopleidende leerweg, vinden niet makkelijk een baan. Scholieren die voornamelijk stage hebben gelopen, de beroepsbegeleidende leerweg, vinden iets makkelijker een baan.
Kritisch
Ook blijkt uit het onderzoek dat jongeren kritisch zijn over de voorlichting van beroepsmogelijkheden. Slechts een derde van de hbo'ers is te spreken over de informatie die ze krijgen tijdens de studie. Van de jongeren die op het mbo zitten is 40 procent positief over de voorlichting.
Hoe snel mensen die van de universiteit komen een baan vinden is niet in dit onderzoek meegenomen. Het ROA brengt jaarlijks het rapport 'Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt' uit.