Servische premier naar herdenking massamoord Srebrenica

De Servische premier Aleksandar Vucic gaat zaterdag naar Srebrenica om zijn respect te betuigen aan de slachtoffers. Het is zaterdag twintig jaar geleden dat de door Nederlandse VN-militairen beschermde enclave viel, waarna zo'n 8000 moslimmannen en -jongens door het Bosnisch-Servische leger werden vermoord.

Het besluit volgt op een zitting in de VN-Veiligheidsraad, waarin Groot-Brittannië een ontwerpresolutie indiende waarin de massamoord in Srebrenica wordt bestempeld als genocide. Eerder kwam het Joegoslavië-tribunaal al tot dat oordeel.

De ontwerpresolutie leidde tot heftige kritiek in Servië, dat zich verzet tegen het gebruik van de term genocide voor de massamoord in Srebrenica. Vucic vindt dat de tekst Servië en de Servische deelrepubliek in Bosnië zwartmaakt. Hij zegt nu de persoonlijke verzekering te hebben gekregen dat de resolutie van tafel is. Waarschijnlijk doelt hij daarmee op een Russische toezegging dat dat land, als permanent lid van de Veiligheidsraad, bereid is een veto uit te spreken.

Controversieel

"We hebben de plicht om het lijden van anderen te respecteren. Alleen zo zullen zij het onze respecteren", zei de Servische premier op een middernachtelijke persconferentie waarin hij zijn besluit toelichtte.

Vucic' bezoek is hoogst controversieel in zowel Bosnië als in eigen land. Tijdens de Bosnische oorlog was Vucic een rabiaat nationalist. Later werd hij leider van een centrum-rechtse partij, wat hem in 2013 het premierschap opleverde.

Juist vandaag wilden Servische studenten uit binnen- en buitenland een petitie aanbieden die Vucic oproept om niet naar Srebrenica te gaan. Zij vinden dat zo'n bezoek ten koste gaat van Servische slachtoffers van de oorlog.

Bij de herdenking zaterdag zal minister Koenders een toespraak houden. Het is voor het eerst dat een lid van het kabinet een toespraak houdt bij de herdenking in Potocari.