Studenten in een collegezaal van de TU Delft
NOS Nieuws

'Hoger onderwijs vooral gebaat bij vaste docenten'

De uitbreiding van docenten in het hoger onderwijs moet vooral plaatsvinden door het aannemen van vaste krachten. Als er gewerkt wordt met tijdelijke docenten, kan dat ten koste gaan van de kwaliteit. De kwaliteitseisen zijn bij tijdelijke krachten mogelijk minder streng, zegt Elly de Bruijn, hoogleraar pedagogisch-didactische vormgeving aan de Universiteit Utrecht.

Ze reageert daarmee op de onderwijsagenda die minister Bussemaker vandaag gepresenteerd heeft. Daarin staat onder andere dat er de komende jaren 4000 extra docenten worden aangesteld in het hoger onderwijs. Dat gebeurt met geld dat vrijkomt door invoering van het leenstelsel. Onderwijs moet kleinschaliger en persoonlijker worden.

Aanspreken

"Meer persoonlijke aandacht in het hoger onderwijs is uiteraard toe te juichen" zegt De Bruijn. "Maar hoe meer tijd betekent uiteraard niet meteen hoe meer kwaliteit. Het gaat er natuurlijk om wat de docent inhoudelijk te vertellen heeft en of dat op zo'n manier gebeurt dat alle studenten worden aangesproken."

De Groningse hoogleraar Onderwijskunde Klaas van Veen zegt "positief verrast" te zijn door de plannen van Bussemaker. Hij refereert aan verschillende onderzoeken die gedaan zijn naar het verband tussen de prestaties van leerlingen en de intensiteit van het contact met de docent. "De resultaten zijn niet allemaal even eenduidig, maar één op één aandacht werkt toch het beste. Voor die conclusie is eigenlijk niet veel onderzoek nodig. Het hangt er natuurlijk van af wat je doel is, maar door meer feedback te geven leren studenten beter onderbouwd kritisch denken."

Substantieel

De uitbreiding noemt Van Veen substantieel. Nu zijn er ongeveer 45.000 docenten in het hoger onderwijs, voor 600.000 studenten. "We hebben nu in Nederland zo'n kleine vierduizend promoties per jaar.

Van de promovendi komt maar twintig procent op de universiteit te werken. "Uiteraard betekent gepromoveerd zijn niet automatisch dat iemand ook een goede docent is, maar dat is aan te leren."

Ook De Bruijn relativeert het aantal extra docenten. "Vierduizend is veel, maar we hebben in Nederland circa vijftig hogescholen en universiteiten die de overheid bekostigt. Het hangt uiteraard af van de grootte van de instelling, maar gemiddeld kom je uit op tachtig per instelling. Een grote instelling heeft al snel tachtig verschillende opleidingen, dus dan gaat het om één of twee extra docenten per opleiding."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl