Rechter: WOZ-waarde in aardbevingsgebied moet omlaag

De WOZ-waarde van woningen in het aardbevingsgebied in Groningen moet met 10 procent worden verlaagd, heeft de rechter bepaald. De zaak was aangespannen door huiseigenaren in Eemsmond.

Voor elke woning in het aardbevingsgebied geldt ook een vaste waardeaftrek van 2500 euro, oordeelt de rechtbank. Dat geld is voor wat de rechter noemt 'rompslompschade' waarmee huiseigenaren na bevingsschade te maken krijgen.

De rechtbank vindt dat gemeenten rekening moeten houden met de waardevermindering door aardbevingen. Dat geldt voor de situatie vanaf 1 januari 2002, toen bekend was dat in het gebied risico bestaat op aardbevingen met een kracht van 5,0.

Imagoschade

De rechtbank komt op een verlaging van de WOZ met 10 procent op grond van een schatting van de imagoschade van de regio en de onzekerheid of huiseigenaren een vergoeding krijgen voor de kosten van het aardbevingsbestendig maken van hun woning.

Gemeenten hoeven geen rekening te houden met kosten voor het herstel van directe, zichtbare schade. Daarvoor draait de NAM al op, dus dat gaat niet ten koste van de huiseigenaar, oordeelt de rechter.