Rechter beperkt ruimte AIVD voor afluisteren advocaten
De inlichtingendienst AIVD mag advocaten niet afluisteren zonder onafhankelijke toetsing vooraf. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald in een kort geding dat was aangespannen door de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en het advocatenkantoor Prakken d'Oliveira.
De rechter heeft bevolen dat de AIVD binnen zes maanden zijn beleid voor het afluisteren van advocaten verandert. Ook mogen afgeluisterde gesprekken niet meer worden uitgewerkt. Als dat niet gebeurt moet de Staat het afluisteren van advocaten helemaal staken.
De rechter benadrukt dat vertrouwelijke gesprekken van advocaten vallen onder het verschoningsrecht. Inbreuk daarvan is alleen onder strikte waarborgen toegestaan en die zijn er nu niet, luidt de vaststelling.
Er moet volgens de rechter een onafhankelijk orgaan komen dat kan ingrijpen als de AIVD onrechtmatig handelt. Ook moet dat orgaan bepalen of afgetapte gesprekken doorgespeeld mogen worden aan het OM. Of dat orgaan een rechter moet zijn of een andere partij is nog onduidelijk.
Toestemming minister
Prakken d’Oliveira kwam er eind vorig jaar achter dat de inlichtingendienst advocaten van het kantoor sinds 2003 afluistert. Het kantoor staat veel verdachten bij die interessant zijn voor de AIVD, zoals de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der Graaf, en leden van de Hofstadgroep. Toezichthouder CTIVD stelde vast dat het tappen van advocaten van Prakken d'Oliveira in sommige gevallen onrechtmatig was.
Volgens het huidige beleid hoeft alleen een minister toestemming te geven voor het afluisteren. Toezichthouder CTIVD controleert vervolgens achteraf de rechtmatigheid. De rechtbank vindt die praktijk onacceptabel.
De rechter komt in deze zaak tot de conclusie dat advocaten van Prakken d'Oliveira inderdaad zijn afgeluisterd, zoals minister Plasterk ook heeft toegegeven. Maar de AIVD zou zich daarbij wel terughoudend hebben opgesteld.
Plasterk wil alleen kwijt dat hij de uitspraak bestudeert.