Nieuwe methode om kansen van comapatiënten te voorspellen

Door de hersenactiviteit van een comapatiënt de eerste 24 uur permanent te meten, kan de kans op herstel veel beter worden voorspeld. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente, het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem en het Medisch Spectrum Twente in Enschede.

Met de nieuwe methode is het mogelijk om in de helft van de comagevallen de kans op herstel goed en veel sneller te voorspellen dan nu gebeurt. De mate van herstel van de hersenactiviteit in de eerste 24 uur heeft een veel grotere voorspellende waarde voor de ernst van de hersenbeschadiging dan de onderzoeken die nu worden uitgevoerd, blijkt uit het onderzoek dat is gepubliceerd in het vooraanstaande wetenschappelijke vakblad Neurology.

Op dit moment wordt van comapatiënten één EEG gemaakt dat de elektrische activiteit van de hersenen meet. Verder krijgen ze elektrische prikkels toegediend om te bepalen hoe gevoelig ze daarvoor nog zijn. Met die methode is het mogelijk bij één op de tien patiënten een juiste voorspelling te doen van de mogelijkheden voor herstel.

Kansen

Artsen zijn daarom al veel langer op zoek naar een betere manier om de kansen van comapatiënten in te schatten. Ook voor familieleden is dat van groot belang, omdat rond comapatiënten moeilijke beslissingen spelen over het doorzetten of staken van behandelingen.

Die betere methode lijkt nu gevonden. Het onderzoek van de universiteit en de twee ziekenhuizen heeft drie jaar gelopen en is uitgevoerd met de gegevens van driehonderd patiënten. Daarmee is het volgens de onderzoekers het grootste dat ooit is gedaan op dit gebied.

Inmiddels is besloten dat de Universiteit Twente een vervolgonderzoek start naar de ethische vragen die door het onderzoek worden opgeworpen, bijvoorbeeld wie bepaalt wanneer de kansen van een comapatiënt zo slecht zijn dat stoppen met behandelen gerechtvaardigd is?