'Tevreden, maar eindzege wordt moeilijk'
Op voorhand wilde hij niet meer dan anderhalve minuut verliezen in de zware koninginnenrit met finish op de Rettenbachgletsjer. En Tom Dumoulin verloor ook niet veel meer: 1.37 op ritwinnaar Thibaut Pinot.
"Het ging goed", waren de eerste woorden van de Nederlander tegenover NOS Langs de Lijn. "Maar ik vind het moeilijk om te zeggen of dat genoeg gaat zijn in de afsluitende tijdrit. Ik ben bang voor de winst niet. Maar ik kan hier wel verder mee."
Vooral Geraint Thomas en Simon Spilak worden lastig te achterhalen voor Dumoulin. De hardrijders staan nu 0.45 en 0.42 voor op de Limburger in het klassement. Een podiumplaats ligt echter wel in het verschiet.
De slotklim van woensdag, de Rettenbachgletsjer, heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 11, met een maximale stijging van 15 procent. Dat de favorieten voor de eindoverwinning om de dagzege zouden strijden, was op voorhand duidelijk. Maar Dumoulin wilde zijn gele trui niet zomaar prijsgeven. Zeker niet met een lange tijdrit over 38 kilometer in het verschiet.
"Dat 'ie zo steil is, heeft ook het voordeel dat je heel goed je eigen tempo kan rijden. Ik hoefde niet de hele tijd op iedereen te reageren, zoals je op een klim van vijf procent wel moet. Dan ga je je misschien eerder opblazen."
Dumoulin loste al wel snel uit het groepje favorieten. Op zo'n 9,5 kilometer voor de finish. "Het ging hard in het begin. Dus ik wist wel dat ik er later een paar zou oprapen. Ik ben meteen mijn eigen tempo gaan rijden."
Trainingsmaat Ten Dam
Dumoulin bleef zelfs Lotto-Jumbo-klimmers Robert Gesink en Laurens ten Dam voor, die respectievelijk als veertiende en zestiende over de finish kwamen. Ruim een halve minuut achter Dumoulin.
Ten Dam: "Of hij mij verbaasde? Ik train bijna iedere dag met 'm. We wonen allebei in Maastricht." Om maar te zeggen: Ten Dam wist waartoe Dumoulin in staat was. "Ik heb 'm nog een klein handje toegestoken. Dat doe je als trainingsmaten. En daarna reed hij mij er nog af ook, verdomme. Nee, maar vorig jaar heeft hij mij af en toe ook een handje toegestoken, in de aanloop naar een col bijvoorbeeld. Als je dan in de positie bent om hem te helpen, doe je dat."