Wat wil het kabinet met het belastingstelsel?
Coalitiepartijen VVD en PvdA hebben een akkoord bereikt over een herziening van de belastingen. Wat er verandert wil nog niemand zeggen, maar wat zou het kunnen zijn?
Meer banen, een simpeler belastingstelsel en lastenverlichting. Dat zijn de doelstellingen van VVD en PvdA waar het nieuwe belastingstelsel in ieder geval aan moet voldoen. September vorig jaar maakte staatssecretaris Wiebes in een brief namens het kabinet duidelijk aan welke wijzigingen wordt gedacht.
Verlaging van de belasting op arbeid
Grote boosdoener van het huidige stelsel is volgens het kabinet de 'wig'. Dat is het verschil tussen het bruto- en het nettoloon. Het grote verschil zorgt ervoor dat bedrijven minder snel nieuwe mensen in dienst nemen omdat ze relatief duur zijn. Dat zorgt weer voor werkloosheid, waardoor de overheid meer geld kwijt is aan uitkeringen. Hoe meer uitkeringen, hoe meer belasting er geheven moet worden, en zo is de cirkel rond. “De wig is de draaideurcrimineel van de arbeidsmarkt”, zegt staatssecretaris Wiebes.
Verhoging van de belasting op consumptie
De belasting op consumptie, zoals de btw en energieheffingen, kan volgens het kabinet omhoog omdat het Nederlandse tarief vergeleken met andere Europese landen relatief laag is. Nederland is met 21 procent als hoogste tarief een middenmoter. Daarnaast kent Nederland het uitzonderingstarief van 6 procent en de vrijstelling van btw. Een eerste wijziging van het kabinet kan zijn het (gedeeltelijk) opheffen van het 6-procentstarief voor bijvoorbeeld de bouw, kappers, schoenmakers, op boeken en op kampeerplaatsen. Dat kan 6,7 miljard euro per jaar opleveren. Omdat de gebruiker of 'vervuiler' hierdoor betaalt, wordt dit door sommige politici "vergroening" van het stelsel genoemd.
Schrappen van aftrekposten
Zelfstandigen hebben recht op een belastingvoordeel van zo'n 7000 euro. Voor beginnende zelfstandigen is dat nog 2000 euro meer. Dit belastingvoordeel kost miljarden euro's. Het staat op het lijstje dat VVD en PvdA bespreken. Maar de VVD wil niet van dit ondernemersvoordeel af, terwijl de PvdA het misschien wil afbouwen ten gunste van belastingverlaging voor werknemers. Ook denkt de PvdA eraan het geld te gebruiken voor voorzieningen voor zzp-ers zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Alle andere meer dan honderd aftrekposten worden ook tegen het licht gehouden.
Verhogen van de arbeidskorting
De arbeidskorting is een belastingvoordeel voor iedereen die werkt. Voor de lagere en middeninkomens is dat ongeveer 2000 euro. Het kabinet ziet de arbeidskorting als instrument om meer mensen aan het werk te krijgen en mensen meer te laten werken omdat arbeid meer loont. Hoe hoger de arbeidskorting, hoe meer je netto overhoudt van je brutoloon. “Met bijvoorbeeld 3 miljard euro per jaar zou de arbeidskorting met 500 euro verhoogd kunnen worden”, geeft staatssecretaris Wiebes als rekenvoorbeeld.
Verhoging van de gemeentebelastingen
Minister Plasterk en de gemeenten zijn al heel ver in de onderhandelingen over een verhoging van de gemeentebelastingen. Gemeenten krijgen meer taken van het Rijk en hebben voor de uitvoering meer geld nodig. Het Rijk kan bijvoorbeeld 5 miljard euro besparen op het Gemeentefonds, de gemeenten mogen vervolgens zelf 5 miljard euro extra belasting heffen. Omdat gemeenten geen belasting mogen heffen op salaris of omzet, zal dat waarschijnlijk via de ozb, de onroerende zaakbelasting, en de ingezetenebelasting gaan.
Bijstellen vermogensrendementsheffing
De vermogensrendementsheffing, de belasting op spaargeld en beleggingen, wordt bijgesteld waardoor kleine spaarders waarschijnlijk minder en grote beleggers meer belasting gaan betalen. De heffing werd in 2001 ingevoerd met een 'verzonnen' rendement van 4 procent voor iedereen. Daarover moet 30 procent belasting worden betaald. Maar door de financiële crisis en de lage spaarrentes halen spaarders bij lange na geen 4 procent rendement meer, terwijl ze daar wel belasting over betalen. De coalitie wil dat rechtvaardiger. Bijvoorbeeld door uit te gaan van het werkelijk behaalde rendement, wat bij aandelen en grote beleggers ook wel 10 procent kan zijn.
Oppositie
Voor al deze punten geldt: om welke bedragen zal het gaan? Voor wie blijven er toch nog uitzonderingen? Opgeteld en afgetrokken: wat betekent het per individu? De oppositiepartijen zullen dat ook willen weten. Die zijn nu eerst aan zet om mee te praten over de voorstellen van VVD en PvdA.